Column | De vrouwenkoers is momenteel doodsaai! Maar dat is zeer waarschijnlijk goed nieuws voor de toekomst

Onze redacteur ergert zich aan de enorme passiviteit bij de dames, maar voorspelt snel beterschap voor de vrouwenkoers.

kopecky ferrand-prevot en lippert in vrouwenkoers de ronde

Na het getrut in Omloop Het Nieuwsblad ging ik ervan uit dat de dames hun lesje wel hadden geleerd. Maar nee, ook hun eerste Milaan-Sanremo sinds tijden was een makke, saaie, passieve koers. Evenals Gent-Wevelgem. En zelfs de vrouwenkoers in de Ronde van Vlaanderen was het bekijken amper waard.

Makke lammetjes

Oprecht leuk hoor, dat Lotte Kopecky het thuispubliek in extase brengt. Het leverde prachtige beelden op, maar de wedstrijd zelf was opnieuw doodsaai. En dat is vrij opmerkelijk. De vrouwenkoers heeft namelijk enorm veel potentie. Collega-redacteur André kondigde het jaar 2025 zelfs aan als hét jaar voor het vrouwenwielrennen.

Maar daar is nog maar weinig van terecht gekomen. De dames laten zich keer op keer door topteam SD Worx naar de slachtbank leiden. Als makke lammetjes. Zonder weerstand. Alsof ze het nutteloze van hun bestaan hebben ingezien en zich neerleggen bij het lot.

Maar hoe kan dat? Waarom rijden de vrouwen toch zo passief? Komt dat doordat wij van de media alle negatieve punten overbelichten? Misschien. Maar volgens mij is er iets heel anders aan de hand. Iets positiefs eigenlijk.

De LBL-edities van Valverde

Kijk, de laatste decennia boekt de vrouwenkoers enorme winst qua aandacht en aanzien. In Nederland misschien nog wel het meest, met dank aan de Nederlandse successen. En die aandacht is meer dan terecht, want de vrouwenkoers is bij tijd en wijlen fantastisch om te aanschouwen. Maar anno 2025 dus niet.

En ergens is dat logisch, want daar waar de mannen er meer dan een eeuw over deden om te staan waar ze nu staan, zijn de vrouwen relatief nog maar net begonnen. Dat maakt dat de ontwikkeling van de vrouwenkoers dus vele malen sneller gaat dan bij de mannen. Dat moet ook, willen zo op gelijke hoogte komen.

We kunnen daarom spreken van een stormachtige ontwikkeling. En daar kleven de nodige bijkomstigheden aan. Dat de koers zo saai is als nu is er daar een van. Die ontwikkeling zagen we ook toen het mannenwielrennen steeds mondialer werd. Neem de Luik-Bastenaken-Luik-edities die gewonnen werden door Alejandro Valverde. Daar was geen bal aan.

Nivellering

De mannen lieten zich toen ook keer op keer naar de slachtbank leiden. Maar ook dat was logisch. Toen was er sprake van nivellering in het peloton. Het niveauverschil werd alsmaar kleiner, waardoor iedere prof de Ardennen relatief gemakkelijk verteerde, dus ook de knechten van Valverde. Controle was destijds de winnende formule. Denk maar aan de verschrikkelijke Rondes van Frankrijk met Team Sky.

Tegenwoordig zien we bij de mannen een heel ander beeld. Finales duren langer en verre aanvallen zijn al geen uitzondering meer. Is die nivellering dan soms verdwenen? Nee, ik denk dat de verschillen juist nóg kleiner zijn. Zo klein, dat elkaar op extreme wijze tot het uiterste drijven de enige manier is om elkaar af te troeven. Kijk maar naar Vingegaard versus Pogacar in de Tour of diezelfde Pogacar afgelopen zondag tegen Van der Poel in de Ronde.

En als de ontwikkeling van de vrouwenkoers inderdaad een versnelde kopie is van die bij de mannen, zien we dit spektakel ook bij hen terug. Dus wie zich een volgende keer ergert aan de passiviteit in het damespeloton, troost je met de gedachte dat het mogelijk heel snel anders gaat zijn.

Columns
  • Cor Vos