Maar twee renners wonnen Parijs-Roubaix bij hun debuut (en bij eentje is dat nogal wiedes...)

Tadej Pogacar staat voor z'n debuut in Parijs-Roubaix. En uit de statistieken blijkt dat het nog niet zo makkelijk is om dan meteen te winnen. 

sonny colbreli in parijs-roubaix

Na z'n suprematie in het Vlaamse heuvelland tijdens de Ronde van Vlaanderen heeft Tadej Pogacar nu zijn zinnen gezet op Parijs-Roubaix. De Sloveen zou de helleklassieker aanvankelijk niet rijden, maar het bloed kroop waar het niet gaan kon en dus maakt de wereldkampioen komende zondag zijn debuut in de Hel van het Noorden.

Van Servais Knaven tot Nathan Van Hooydonck, allemaal deden ze hun zegje over de kansen van het fenomeen Pogacar in Parijs-Roubaix. Oud-winnaar Knaven ziet geen probleem in het wat lagere gewicht van de Sloveen, qua steenstuiteren. Van Hooydonck aan de andere kant ziet Pogacar niet winnen - hij heeft een zeer verrassende topfavoriet.

Met de voorspelling dat Pogacar niet zal winnen, heeft Van Hooydonck in ieder geval de statistieken aan zijn zijde. Nu is Pogacar een renner die spot met statistieken, maar toch: pas twee keer won een renner die zijn debuut maakte in Roubaix ook gelijk die koers.

Dat is op zich niet zo gek, want het is een vrij specifieke wedstrijd, waarbij wat ervaring en parkoerskennis gewenst zijn. In de recente geschiedenis lukte het alleen de inmiddels vanwege hartproblemen gestopte Sonny Colbrelli om bij zijn debuut te winnen.

In 2021 was hij in de modder- en najaarseditie van Roubaix de sterkste. Hij won toen de sprint der stervende zwanen op de wielerbaan van Roubaix van Florian Vermeersch en Mathieu van der Poel.

Voor de andere renner die bij zijn debuut won, moeten we iets verder terug in de tijd. Sterker nog - en dat is natuurlijk nogal wiedes - we moeten terug naar de allereerste editie van Parijs-Roubaix... Met een heel peloton vol debutanten won er natuurlijk... een debutant. In 1896 (!) mocht Josef Fischer zich de eerste winnaar van de koers noemen.

De Duitser bleef de Deen Charles Meyer en Fransman Maurice Garin (in 1903 wél de eerste winnaar van de Tour de France) voor. Fischer reed de 280 kilometer die de koers toen lang was in 9 uur en 17 minuten aan een gemiddelde van 30 per uur.

Hij kon z'n overwinning op z'n gemak vieren, want hij kwam aan in Roubaix met een geruststellende voorsprong van 25 minuten. 28 renners reden de koers uit. Albert Dumas werd laatste op 8 uur en 39 minuten van Fischer. Hij deed dus een kleine 18 uur over de koers.