Dirk Willemijns, oud-secretaris eerste ploeg Mathieu van der Poel: 'Als hij een dikke nek is, weet ik het ook niet meer...'

Mathieu van der Poel groeide de laatste jaren uit tot een van de beste klassiekercoureurs van zijn generatie. 

Poel

Van der Poel tekende in 2010 zijn eerste contractje bij de jeugdploeg Isorex Cycling Team. Bij de nieuwelingen was hij nog niet heel geïnteresseerd in wegwielrennen, maar dat gevoel voor de weg zagen ze binnen de ploeg naarmate het jaar vorderde wel toenemen. Wat secretaris Dirk Willemijns vooral opviel is dat Van der Poel niet in de watten werd gelegd door zijn ouders, zo vertelt hij In Het Laatste Nieuws.

Zelfstandig

Zo kwamen vader Adrie en moeder Corinne amper naar de koers. "Ik vond het speciaal dat Mathieu meestal alleen naar de wedstrijden kwam. Zonder mama of papa. Als hij won, gaf hij de bloemen vaak aan mijn vrouw. Het is niet dat Adrie en Corinne niet geïnteresseerd waren, maar ze leerden hun zonen om zelfstandig te zijn."

Het is volgens Willemijns zoals het hoort. "Alles samen heb ik tussen de 600 en 700 jonge renners zien passeren. Ik heb dikwijls naar Van der Poel verwezen als ik met hun ouders sprak. Zelf zijn rugnummer opspelden, zelf het wedstrijdblad tekenen, zelf voor zijn materiaal zorgen: Mathieu werd niet gepamperd. Hij was niet 'het zoontje van.'"

Rabobank

Dat was ook terug te zien aan de fiets waarop de wereldkampioen van 2023 reed: een tweedehands van de Rabobank. "De keuze van Adrie", aldus Willemijns. "Die vond luxe niet nodig. 'Een goed gespaakt wiel is genoeg', zei hij. Na een wedstrijd in Antwerpen stonden Adrie en ik te praten toen Mathieu ging douchen. Hij vroeg of zijn vader misschien zijn sporttas wilde meenemen."

'Excuseer?', reageerde Adrie. 'Als je prof bent, zal er misschien ooit iemand je tas voor je dragen. Maar nu zorg je zelf voor je spullen.' Nee, die zijn beentjes werden niet gesmeerd door papa."

Kortom, een doodgewoon gezin, aldus Willemijns. "Als ik mensen nu hoor zeggen dat Mathieu verwend is, draai ik eens met mijn ogen. Als hij een dikke nek is, dan weet ik het ook niet meer... Wij leerden Mathieu kennen als een guitig ‘manneke’. Een jongen die zot was van frietjes en ribbetjes. Altijd vriendelijk en dankbaar, en geen kapsones. En zo is hij volgens mij nog. Ik passeer hem wel eens op de koers en dan roept hij nog altijd mijn naam."