Column | Het gezicht van Tadej Pogacar houdt me al twee nachten uit mijn slaap

Onze redacteur schrok zich rot toen hij het gezicht van Tadej Pogacar zag bij de herhaling van de finish van de Waalse Pijl.

tadej pogacar

Ik ben totaal het spoor bijster. Daar waar ik tot woensdagmiddag nog perfect het onderscheid kon maken tussen 'echt' of 'nep', lukt het me niet meer. Ik keek naar AI, dacht ik. Maar het was geen AI - het was TP: Tadej Pogacar.

Grauw en droevig

Tijdens de laatste beklimming van de Muur van Huy ging de aandacht nog volledig uit naar zijn fenomenale versnelling en overtuigende zege. Maar toen eenmaal de herhaling van zijn finish (met juichgebaar) vertoond werden, schrok ik me kapot! Dat gezicht...

Het houdt me al twee nachten uit mijn slaap. Ik kan nog steeds niet geloven dat het echt is. Pogacar zag er totaal anders uit. Alsof hij plots jaren ouder was geworden. Of alsof iemand Chat-GPT de opracht gaf: "Maak een plaatje van de winnaar van de Waalse Pijl en toon al het afzien, de drama en de pijn op zijn gezicht."

Maar het was geen kunstmatige intelligentie. Het was echt. Het gezicht van Tadej Pogacar onderging woensdagmiddag een transformatie. De verhoudingen waren anders, de contrasten groter, de groeven dieper, de schaduwen donkerder en de wallen verder uitgezakt.

Bovendien was zijn gelaat niet langer kleurrijk zoals de regenboog op zijn tenue, maar grauw en droevig zoals de meeste bebouwing in de Ardennen. En dan die ogen. Zo leeg als van een soldaat die van het front terugkeert. Alsof hij al het leed van de wereld voorbij had zien komen. Beangstigend.

Het voorjaar eiste z'n tol

Pogacar zag eruit alsof hij niet drie, maar vijftien keer de Muur van Huy was opgefietst. En niet met een racefiets, maar met een eenwieler. Zo extreem vermoeid dat zijn gelaat was veranderd. Niet alleen door het kloteweer en de harde wedstrijd, maar door alles wat Pogacar dit jaar al meemaakte. Het doldwaze voorjaar eiste z'n tol.

Pogacar heeft de voorbije weken enorm veel geleerd en veel nieuwe inzichten gekregen. Dat Sanremo een onmogelijke missie blijkt als Mathieu van der Poel meedoet. Dat hij Parijs-Roubaix kan winnen. Dat hij iets voorzichtiger moet zijn in bochten. Dat hij iets gereserveerder moet koersen tegen Evenepoel. En dat op hoog niveau presteren van Siena tot Luik toch best een uitdaging is.

Dat alles viel woensdagmiddag af te lezen van zijn gezicht. En toch was hij met ongekende voorsprong de beste. En dat is wat mij wakker houdt. Pogacar is veranderd. Hij is geen kleurrijke speelvogel meer, maar een oude krijger die dankzij deze nieuwe inzichten nog beter is geworden. Beangstigend.

Columns
  • Cor Vos