/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F05%2FksE0cZuLcftMnq1746196346.png)
Ook in onze Giro-special (hier online verkrijgbaar en uiteraard ook in de boekhandel of betere supermarkt verkrijgbaar) bevat uiteraard weer het volledige parkoers van de Ronde van Italië én heel veel interviews en reportages met de renners die ertoe doen. Maar ook onze huiscolumnist RIk Vanwalleghem laat weer van zich horen. Hier lees je zijn column alvast...
Magerzucht
Onlangs liep ik een Nederlandse ex-wielercollega tegen het intussen ook al erg geërodeerde lijf. Na het ophalen van wat herinneringen (“De romantiek is grotendeels uit ons vak verdwenen”) en het opsnijden over het niveau van het Belgische (“Evenepoel dubbel olympisch goud!”) vs. het Nederlandse (“Wanneer wint Van Aert eens een Mathieu-klassieker? ”) wielrennen, gooide ik mijn vakbroeder de bedenking toe dat de kans dat een Nederlander op korte termijn nog eens de Tour wint, haast onbestaande is.
“Hoezo”, wilde mijn confrère weten. “Wel, het zijn enkel nog vlieggewichten die meespelen in Tour, Giro of Vuelta”, zei ik. “Kereltjes van 60, 65 kilogram, mager als een riet. Nederland heeft die niet. Het is een land van kolossen van 70 kg of meer.”
Het zijn inderdaad enkel nog broodmagere kereltjes die erin slagen mee te spelen in een grote rittenkoers. Vingegaard: 58 kg. Pogacar 66 kg. Roglic: 65 kg. Evenepoel zit dus goed met zijn 61 kg. Ayuso (65 kg voor 1m83!) ook. Vergelijk dat even met Van der Poel (75 kg) of Van Aert (78 kg).
Waar houden ze spieren verborgen?
Dergelijke ‘zwaargewichten’ kunnen het wel schudden. Oud-Tourwinnaars zoals Miguel Indurain, Lance Armstrong, Jan Ullrich, Joop Zoetemelk, Bradley Wiggins, Jan Janssen en zelfs Eddy Merckx – die allen een competitiegewicht van 75 kg of daaromtrent moesten torsen – zouden er tegen de huidige vlindergewichten niet meer aan te pas komen.
Soms vraag je je af waar ze hun spieren verborgen houden. Bij 6 beaufort moet je ze binnenhouden, anders verdwijnen ze in het zwerk. Hun gewicht wordt rigoureus in de gaten gehouden. Hun dieet wordt individueel aangestuurd via een app. Ongezonde levensstijl, zonder meer.
De verklaring voor deze magerzucht is eenvoudig: het aantal hoogtemeters in de grote rondes nam de jongste jaren hand over hand toe. De Giro dit jaar telt meer dan 52.000 hoogtemeters. De Tour vorig jaar: bijna 53.000. De Ronde van Spanje was in 2024 helemaal iets voor fietsende skeletten: 62.000 hoogtemeters. Tweeënzestig kilometer hoogteverschil te overwinnen!
Waalse Pijl draak van een koers
Die evolutie, waarbij wedstrijden almaar zwaarder worden gemaakt is nefast voor de spankracht ervan. De organisator van een wielerwedstrijd zou ervoor moeten zorgen dat bij de start van zijn koers zoveel mogelijk renners minstens de illusie koesteren dat ze een kans(je) maken mee te spelen om de knikkers.
Als je door het steeds copieuzer maken van het menu het favorietenveld verder insnoeit, dood je de onvoorspelbaarheid van je wedstrijd. Daarom is bijvoorbeeld de Waalse Pijl een draak van een koers. Bij de start leven hooguit tien renners in de overtuiging dat zij een kans maken op een mooie uitslag.
Hoogmoed, afgunst, hebzucht en gulzigheid
Het is allemaal een kwestie van evenwicht. Maar net als de rest van de mensheid vallen ook wedstrijdorganisatoren gemakkelijk ten prooi aan de hoofdzonden der hoogmoed, afgunst, hebzucht en gulzigheid. Toegepast op de Giro van straks: waarom moet de Grande Partenza uitgerekend in Albanië gebeuren (met meteen een tijdrit, een bergrit, èn op dag vier alreeds een rustdag)? Voor het geld?
Waarom voert rit 9 over strade bianche, met een aankomst op de Piazza del Campo in Siena? Voor de sensatie? Waarom moet de beklimming van de Mortirolo nog zwaarder worden gemaakt met de toevoeging van een nieuw, bijzonder steil stuk (de ‘recta Contador’ genoemd) van 2,8 km aan een gemiddelde van meer dan 13%? Voor de kick?
Waarom wordt het peloton na de rit naar Sestrière nog het vliegtuig richting Rome in geduwd om er op de slotdag een afsluitend criterium te rijden? Voor het prestige?
Eén pluspunt: er zijn minder aankomsten bergop. Maar dat de eindwinnaar minder dan 70 kilogram zal wegen, staat zo goed als vast.