Giro | Zonneveld probeert nieuwe off-day in eerste rit van Arensman te verklaren: 'Moeite om zijn beste niveau te halen als hij fris is'

Thymen Arensman zakte weer erdoorheen in de eerste etappe van de Giro d'Italia. Thijs Zonneveld probeert het te verklaren. 

Arensman

Arensman loste vorig jaar in de eerste etappe van de Giro d'Italia. Dit jaar gebeurde hetzelfde in Albanië en moest de Nederlander anderhalve minuut toegeven op de andere favorieten voor het algemeen klassement. Thijs Zonneveld gaat er in de podcast In de Waaier op in, maar vindt het moeilijk om een verklaring te vinden. "Ik weet het niet... Ik heb geen idee."

Taperen

Net dit jaar leek Arensman juist beter dan ooit. Zo werd hij tweede in de Tour of the Alps. "Hij was aannemelijk beter de afgelopen weken ten opzichte van vorig jaar voor de Giro d'Italia. En dan kom je hier de eerste etappe van een grote ronde en dan kunnen er nog zeventig man voor jou volgen... Het is ongelooflijk, want hij is zo slecht zo'n eerste dag."

Ook in de Tour of the Alps verloor hij wat tijd de eerste dag, maar dat bleef beperkt tot een tiental seconden. "Dan maakt het niet veel uit. Het is duidelijk dat hij moeite heeft om zijn beste niveau te halen als hij fris is. Het is ook geen jongen voor eendaagse wedstrijden. Dat is niet altijd tegenstrijdig, want er zijn jongens bij de profs die veel trainen en een hoge belastbaarheid hebben."

"Die zijn erachter gekomen gedurende hun loopbaan dat ze het nodig hebben. Die dus niet goed kunnen tegen taperen, wat inhoudt dat je professioneel zo min mogelijk doet de laatste week om zo fris mogelijk te zijn. Dylan van Baarle is daar een goed voorbeeld van. Als je hem die laatste week niets laat doen dan implodeert hij."

460 watt

Het zou volgens Zonneveld kunnen dat Arensman daar ook last van heeft. "Als je fris bent kun je misschien hogere wattages halen, maar het gevoel is dan dat je in één keer explodeert. Dan kan het helpen dat je het topje eraf haalt."

"Bij hem is dat misschien in plaats van 480 watt over vijf minuten dan 460 watt. Zodat hij zichzelf niet opblaast, omdat hij net iets minder diep kan gaan. Bij die 480 watt oververhit je de motor en kun je het niet nog een keer doen. Dan zit de frisheid je misschien tegen. Dat kan wel. Dat is bij een Van Baarle ook zo."

Schrikken

Alleen zouden Arensman en zijn ploeg INEOS Grenadiers dat ook moeten hebben uitgevonden, stelt de analist. "Dan kun je nu zeggen: dat overkwam hem vorig jaar ook en toen werd hij ook nog zesde. Maar om hier nog podium mee te halen... Dat lukt niet. Zo moet hij zelf niet denken, maar dan moet er wel een klein wonder gebeuren."

Een andere reden zou kunnen zijn dat Arensman schrok van het hoge niveau. "Dat je je minder goed voelt dan je denkt en het niveau hoger is dan je denkt, wat in een grote ronde altijd zo is. Als je dan van die eerste klim schrikt omdat het zo hard gaat, kan het misschien in je hoofd kruipen. Maar dan nog, want deze jongen heeft zoveel vermogen en zo'n grote motor. Dan denk je toch dat hij op basisniveau kan volgen."