/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F05%2FbDfn19SO8n9tj01747551435.jpg)
Pieter Weening is inmiddels alweer een poosje met pensioen, maar in 2011 beleefde de Fries één van de hoogtepunten van z'n carrière - samen met de Touretappe die hij vlak voor Andreas Klöden won in Gerardmer natuurlijk.
Dubbel gevoel voor Weening
In 2011 wist Pieter Weening namelijk de vijfde etappe van de Giro te winnen. Waarom we daar juist op deze zondag over schrijven? Omdat het een gravelrit was en er ook vandaag een graveletappe op het programma staat. Die van Weening finishte niet in Siena, maar in Orvieto. We spraken de Harekiet, zoals inwoners van het Friese dorpje Harkema zo mooi heten, er een poos geleden al eens over.
De Giro van 2011 was een bewogen ronde, want die werd overschaduwd door het overlijden van de Belgische sprinter Wouter Weylandt, al vroeg in de ronde. Ook voor Weening was dat een vreemde gewaarwording en lastig.
"Je merkte tijdens die hele Giro dat er een grote zwarte rand omheen zat. Tijdens de koers dacht ik niet zozeer aan zijn overlijden, maar buiten de koers om besefte je constant dat er iets vreselijks was gebeurd. Toen ik op het podium stond had ik een heel dubbel gevoel."
"Je bent voor jezelf blij, maar veel renners in het peloton konden op dat moment niet genieten van de sport. Dat snapte ik goed en gaf een apart gevoel. Ik heb ervan genoten, maar minder intens dan tijdens mijn ritwinst in 2014."
Geen champagne
Het werd dan ook anders gevierd dan normaal, al speelde daar ook nog iets anders. "Aan tafel vierden we het ’s avonds op onze manier, maar die dag was ploeggenoot Tom-Jelte Slagter ook hard tegen het asfalt gegaan. Hij lag er slecht bij. Hij brak zijn oogkas en moest naar het ziekenhuis worden vervoerd. Er is geen champagne aan te pas gekomen."
"Tijdens de finale wist ik niet dat Slagter was gevallen. Dat is niet iets wat je in volle finale tegen een renner moet vertellen. Of die dag te gevaarlijk was? Het was droog en je zakte met je tubes wel een paar millimeter weg in het grind. Het was risicovol, maar niet ondoenbaar."
Lijdensweg
Weening vertelt hoe de dag verliep voor hem. “Ik was in de aanval met John Gadret, die dat jaar derde werd. De laatste anderhalve kilometer liep steil omhoog waardoor ik wist: als ik wil winnen dan moet ik van Gadret af. Hij was nog geen 60 kilogram en ik was met mijn 68 kilo dan ook zwaar in het nadeel."
"In de finale dacht ik alleen: die lijdensweg mag wel eens afgelopen zijn. Ik was helemaal niet bezig met de roze trui, maar dat maakte het extra mooi. Die trui is in Italië heilig. Ik droeg het roze vier dagen en verloor ‘m op de Etna. Het tricot hangt bij mijn moeder thuis. Zij heeft een hele kast vol aandenkens."
Losbandige Australiërs in 2014
Hij memoreerde er al aan: Weening won in 2014 nóg een Giro-rit. Toen niet in Nederlandse dienst bij Rabobank, maar in Australische dienst. Het werd een heel wat groter feestje...
"Drie jaar later won ik weer. Toen reed ik voor Orica-GreenEdge. We waren met een ploeg vol vrijbuiters en wonnen de eerste tien dagen drie ritten en droegen bijna een week de roze trui. Het was één groot succes. Mijn ritzege is toen beter gevierd. De dag erna was het rustdag, waardoor we een extra biertje namen."
"Die Australiërs waren ook losbandiger dan Nederlanders. Het was geen probleem als er eens een extra fles wijn openging, maar tegelijkertijd werd wel verwacht dat je de verantwoordelijkheid aankon. De volgende morgen moest je je ding weer doen."
- Cor Vos