/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F05%2FcxuGm7EPSzBTRq1748531735.jpg)
De Giro d'Italia van dit jaar kent vele verrassingen, maar de achttiende etappe beloofde in elk geval rustig te worden voor de klassementsrenners. Het zou of een sprint worden of een kans voor de vluchtersgroepen. Al snel werd duidelijk dat een grote kopgroep van bijna veertig renners zou gaan strijden om de dagwinst.
Wout van Aert
Terwijl Juan Ayuso al snel afstapte tijdens de rit, vormde zich een groep met onder anderen Mads Pedersen, Wout van Aert, Mathias Vacek, Kaden Groves en Diego Ulissi. Nederlandse renners die mee waren vooraan: Dylan van Baarle, Daan Hoole en Rick Pluimers.
De aanvallers kregen al snel de zegen van het peloton en kwamen bij de lokale ronde aan met een voorsprong van meer dan tien minuten. Het wachten was vervolgens op aanvallen in de kopgroep. Die kwam er van onder andere Van Baarle, die wegsloop van de rest.
Daardoor ontstond er een kopgroep van in totaal elf renners: Van Baarle, Hoole, Dries De Bondt, Edward Planckaert, Nico Denz, Larry Warbasse, Nicola Conci, Davide De Pretto, Alex Edmondson, Mirco Maestri en Filippo Magli.
Aanval Denz
Het was de Duitser Denz die als een van de laatste renners de aansluiting kon maken vooraan. Maar hij had duidelijk goede benen, want hij besloot zijn inspanning meteen door te zetten. Zijn eerste aanval werd nog gepareerd door Planckaert. Bij de tweede poging was het wel raak.
Denz versnelde op het moment dat Conci en Maestri in zijn wiel zaten. De twee Italianen konden op het bochtige parkoers het wiel niet houden, waarna de renner van Red Bull-BORA-hansgrohe beetje bij beetje wegreed van de rest.
Van Planckaert kwam nog een tegenreactie, maar de renner van Alpecin-Deceuninck kon het gat niet dichten, waarna Denz beetje bij beetje verder wist uit te lopen en naar de zege soleerde. Voor Denz is het de derde Giro-ritzege in zijn carrière.
- Cor Vos