/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F05%2FYLeR68Ik3YQdhf1748532550.jpg)
Dylan van Baarle en Daan Hoole waren de Nederlanders die voor de overwinning reden in de achttiende etappe van de Giro d'Italia, maar het was de Duitser Nico Denz die uiteindelijk met de zege aan de haal ging. Van Baarle en Hoole spraken na afloop met Eurosport.
Motor
"Ik had niets meer over", was de eerste reactie van Van Baarle. "We wilden controleren voor Olav Kooij, maar veel ploegen hadden andere ideeën. We zijn veranderd naar meespringen. Daarna moesten we vooral letten op Alpecin-Deceuninck en Lidl-Trek. Dat hebben we gedaan."
Vervolgens kwam Van Baarle voorop te zitten met tien andere renners. "Wout zei in het oortje dat ik een gat had. Nu was ik het die vooruit was, maar het was beter als het Wout was geweest. Denz maakte een supersterke indruk, maar met zo'n aanval achter de motor, dan rijd je zo weg..."
Daan Hoole
Dat viel ook Hoole op. "Ik wil geen excuus aandragen, maar hij zat wel heel dicht op de motor. Maar hij is een verdiende winnaar. Mijn sprint was nog goed. Ik denk dat ik nog derde had kunnen worden, maar ik moest even inhouden. Jammer, maar het ging toch niet meer om de overwinning."
Hoole vertelde net als Van Baarle dat hij eigenlijk niet de goede renner vooraan was. "Jammer dat ik het was in plaats van Vacek of Pedersen. Ik heb niet die sprint, waardoor het lastig is. Ik heb het gat gemaakt en daarna niet meer meegeholpen."
Toch was Hoole niet tevreden over zijn manier van rijden, omdat hij te ver van achter zat toen Denz ging. "Het was een domme fout, want ik had als eerste moeten gaan. Dat is ook wat de ploegleider zei. Ik zat te wachten op een moment met meer rechte stukken, zodat ik van achter kon komen. Toen Denz ging was het meteen gedaan." Hoole werd zevende, terwijl Van Baarle als elfde finishte.
- Cor Vos