Bondscoach Laurens ten Dam: 'Je mag zeker zeggen dat de tactiek bij het vrouwenwielrennen nog in de kinderschoenen staat'

In onze Tourspecial lees je uiteraard alles over wat de Tour de France te bieden heeft: een voorbeschouwing op iedere etappe, interviews met renners, reportages over de cols in de Tour en nog veel meer. Maar we spraken ook af met Laurens ten Dam om een rondje te fietsen en dat levert altijd een interessant interview op.

Hieronder lees je een deel uit dat interview, waarin het vooral over zijn rol als bondscoach van de Nederlandse vrouwen gaat. Het hele interview lees je dus in de Tourspecial en die bestel je hierrrrrrr.

{{ trans('customs.newsletter_signup.responsemsg') }}

{{ trans('customs.buttons.signup') }}

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

Ten Dam en zijn brede schouders

De afgelopen jaren was het huilen met de pet op met de Nederlandse vrouwen op kampioenschappen. Dubieuze tactische keuzes van de rensters en een weinig krachtige leiding. Ten Dam realiseert zich dat het anders moet.

“Natuurlijk kan het ook verkeerd gaan. Maar daarin sta ik ook achter mijn meiden. Als ze van mij op kop moeten rijden moeten ze niet denken dat ze daarin iets verkeerd doen. Mocht er na afloop kritiek op komen, dan vang ik die klappen wel op.

"Ik heb brede schouders, dus als ze komen met kritiek op de tactiek stuur je ze maar naar mij toe. Maar dan moet je wel doen wat ik zeg natuurlijk."

Teamdag: niet shoppen met zusje

"Na het NK ga ik een teamdag organiseren. Maar dat wil ik ook niet verplichten. Anna van der Breggen traint tegen die tijd op hoogte voor de Giro, dus die bellen we desnoods even in. Zo flexibel moet je ook wel zijn vind ik. Maar als je het NK gereden hebt en je gaat een dag later liever met je zusje shoppen heb ik er wel een probleem mee."

Ten Dam bespreekt alles en iedereen in zijn podcast Live Slow Ride Fast. Toch meed hij de vrouwen altijd. “Omdat wij vonden dat die een eigen podcast verdienden. Maar dat is achteraf wel goed geweest, want daardoor heb ik nooit mensen tegen de schenen hoeven schoppen. Of meningen hebben over vrouwen die ik nu moet aansturen. En als er nu iets niet goed is zeg ik het liever tegen die renster zelf dan dat ik het in de pers gooi.”

Tactiek in de kinderschoenen

“Je mag zeker zeggen dat de tactiek bij het vrouwenwielrennen nog in de kinderschoenen staat. Het lijkt wel een beetje op mannenwielrennen van 30 jaar geleden. Jacky Durand won ook de Ronde van Vlaanderen hè. Bij de mannen heb je natuurlijk een grote tussenlaag tussen junioren en profs. Je gaat eerst naar Metec of naar BEAT. En daar leer je veel over tactische zaken. Er waren dit jaar wel een paar heel passieve koersen bij de vrouwen. Maar dat ligt voor een groot gedeelte aan de ploegleiders vind ik.”

Ten Dam denkt ook aan de toekomst van het Nederlandse vrouwenwielrennen. “Ik heb een vrij grote voorselectie. 18 rensters. Daar zitten ook jonge rensters bij die in de toekomst wellicht een grote rol gaan spelen voor het Nederlands team."

"Ik ga er niet vanuit dat Ellen van Dijk de Olympische tijdrit in LA nog rijdt, hoewel ze nog wel in de voorselectie zit. Het is goed om die jonge talenten al eens te zien."

Hoge ogen

"Maar ook wat de profs betreft krijgen we de komende jaren parkoersen voorgeschoteld op het WK waar we met Nederland hoge ogen kunnen gooien. Dit jaar een superzwaar parkoers in Rwanda, maar ook in Montreal en Haute Savoie gaat er veel geklommen moeten worden. Dat ligt onze rensters natuurlijk uitstekend.”

Het mag in de koers ook allemaal wel een tandje scherper, vindt Ten Dam. “Ik vind het niet erg als ze ons klootzakken vinden in het peloton. Als we daarmee wereldkampioen worden vind ik het prima."