Dit zijn alle etappes (met profielen) van het Criterium du Dauphiné

Zondag gaat het beginnen! Pogacar, Vingegaard en Evenepoel in de 'generale repetitie' die de Dauphiné heet. Het parkoers is zwaar genoeg...

evenepoel, vingegaard en pogacar rijden tegen elkaar in de dauphiné

Het Critérium du Dauphiné 2025, dat plaatsvindt van zondag 8 tot en met zondag 15 juni, belooft een uitdagende opmaat naar de Tour de France te worden. Met een gevarieerd parcours bestaande uit heuvelritten, een korte tijdrit en drie zware bergetappes, biedt de koers kansen voor verschillende type renners.

De editie van dit jaar staat bovendien in het teken van het afscheid van Romain Bardet, de derde etappe start in zijn geboorteplaats Brioude. Ook niet onaardig: Tadej Pogacar, Jonas Vingegaard, Remco Evenepoel en dan als bonus ook nog eens Mathieu van der Poel zijn aanwezig!

Als Van der Poel genoeg hersteld is van z'n MTB-blessure, krijgt ook wel kansen op een ritzege. De drie tenoren krijgen ook een tijdrit en een heel zware bergrit om uit te vechten wie de sterkste is. Dit is het parkoers.

Etappe 1: Domérat – Montluçon (189,2 km)

De openingsrit is een heuvelachtige etappe met zeven gecategoriseerde beklimmingen in de laatste 85 kilometer. De Côte de Buffon (0,6 km à 8,6%) ligt op 4,5 km van de finish, wat kansen biedt voor punchers en sterke sprinters.

Etappe 2: Prémilhat – Issoire (204,6 km)

Een lange etappe met een glooiend profiel. De laatste helling, de Côte de Nonette (4e categorie), ligt op 17,9 km van de finish, waardoor een massasprint waarschijnlijk is.

Etappe 3: Brioude – Charantonnay (202,8 km)

Een etappe ter ere van Romain Bardet, met vroege beklimmingen van de 3e en 2e categorie. De finale bevat een korte, steile klim van 1,2 km à 9,2% op 19 km van de finish, wat kansen biedt voor aanvallers.

Etappe 4: Charmes-sur-Rhône – Saint-Péray (17,7 km, individuele tijdrit)

Een relatief korte tijdrit met een licht heuvelachtig profiel. Hoewel de verschillen beperkt zullen zijn, is het een kans voor tijdritspecialisten om tijd te winnen.

Etappe 5: Saint-Priest – Mâcon (182,6 km)

Een overwegend vlakke etappe met vier gecategoriseerde beklimmingen in het middenstuk. De laatste klim ligt op 27 km van de finish, waardoor sprinters een goede kans hebben.

Etappe 6: Valserhône – Combloux (139,1 km)


De eerste bergetappe met een aankomst bergop. De finale bestaat uit de Côte de Domancy (2,4 km à 8,6%) gevolgd door de Côte de la Cry (2,7 km à 8,2%). Een etappe die geschikt is voor explosieve klimmers. ​

Etappe 7: Grand-Aigueblanche – Valmeinier 1800 (132,1 km)


De koninginnenrit met drie beklimmingen van de buitencategorie: Col de la Madeleine (24,6 km à 6,2%), Col de la Croix de Fer (22,4 km à 6,9%) en de slotklim naar Valmeinier 1800 (16,5 km à 6,7%). Een cruciale dag voor het klassement.

Etappe 8: Val-d'Arc – Plateau du Mont-Cenis (133,8 km)

De slotetappe met zes beklimmingen, waaronder de Col du Mont-Cenis (9,6 km à 6,9%). De finish ligt op het Plateau du Mont-Cenis, wat mogelijkheden biedt voor late aanvallen.