/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F06%2FQ8t3VdMNRJntp61749449388.jpg)
De eerste etappe van de Dauphiné was normaal gesproken een massasprint geworden, maar in de finale lag nog een helling, waar Axel Laurance aanviel. Gevolgd door onder andere Jonas Vingegaard, die op zijn beurt Mathieu van der Poel, Tadej Pogacar, Remco Evenepoel en Santiago Buitrago met zich meekreeg. Pogacar won de rit.
Buitengewoon
Pogacar had dat niet zien aankomen. "Visma wilde duidelijk voor de ritzege gaan. Ze demarreerden met iedereen en dan lanceerde Jonas een laatste grote aanval, als kers op de taart. Die deed pijn. Ik moest een beetje over mijn limiet gaan", vertelde hij tegen Het Laatste Nieuws.
Naast Vingegaard was hij ook onder de indruk van Van der Poel, die ondanks zijn polsbreuk in orde bleek te zijn. "Mathieu was weer buitengewoon. Dat hij de pure klimmers kon volgen op die steile klim: dat is echt knap."
Tot slot was de Sloveen ook nog te spreken over Remco Evenepoel, die het gat op zijn vier metgezellen nog wist te dichten. "Als je niet in positie zit en niet in het wiel zit, zit je snel op een gaatje als er gedemarreerd wordt. Maar toen Remco de oversteek maakte, keek ik achterom over mijn schouder en zag ik recht in zijn gezicht. Toen wist ik genoeg: ‘He’s fine.' Ik denk dat hij in heel goeie vorm is."
Samenwerking
De samenwerking was er wel, maar Vingegaard besloot na zijn aanval iets minder mee te werken. "Toen Remco kwam aansluiten, was er even een aarzeling. Jonas was niet meer happig om kopwerk te doen, of misschien wilden ze in de volgwagen niet dat hij nog meewerkte. Dat was niet zo stom, eerder slim zelfs."
Pogacar genoot van zijn zege, maar vooral ook vanwege de manier van koersen. "Het was leuk koersen en het is fijn om te zien dat iedereen goed in vorm is, maar misschien moet ik bang worden omdat ze zó goed zijn. Jonas, Remco, Mathieu, Buitrago: zij zijn duidelijk in heel goeie conditie", besloot Pogacar met nog een compliment.
- Cor Vos