/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F06%2FdaqrUZRllznphC1749882031.jpg)
Na de tijdrit van woensdag waren er in de Dauphiné ineens wat vraagtekens rond de man waar nooit vraagtekens rond zijn. Tadej Pogacar verloor flik wat tijd op ritwinnaar Remco Evenepoel en moest ook inleveren op zijn grote concurrent Jonas Vingegaard.
Pogacar maakt korte metten met poll
In de eerste bergrit (nou ja, het was nog niet eens een echte bergrit) haalde hij Pogacariaans uit en reed iedereen de vernieling in. Hij finishte met een voorsprong van meer dan een minuut op Vingegaard en grapte na afloopt dat hij haast had gemaakt om z'n vriendin Urska Zigart te kunnen zien finishen in de Ronde van Zwitserland voor vrouwen.
Na afloop van de rit concludeerde Sporza-verslaggever daarom dat de opperalien weer had toegeslagen en vroeg zijn broeder in het kwaad in de commentaarcabine José De Cauwer of die dat 's ochtends had verwacht.
"Van Tadej Pogacar verwacht je dat altijd een klein beetje, maar de rest was toch ook gestegen in de ranking. Dat zagen we ook in de poll die we gedaan hebben voor eindwinst in de Dauphiné", zei hij over de uitkomst van een onderzoekje onder de kijkers van Sporza. "Daar stond Pogacar pas op drie. De poll was nog niet uit of hij was al gedateerd", vult Schotte aan.
Altijd zoeken naar mogelijkheden
Het zegt iets over het opportunisme in en de onvoorspelbaarheid van het wielrennen. Maar voor De Cauwer staat er iets buiten kijf: Pogacar is buitencategorie. "In principe moeten we ervan uitgaan: hij is de beste renner op dit moment. Dat is al drie of zelfs vijf jaar zo, ook al heeft Vingegaard twee keer de Tour gewonnen."
"Is Pogacar nu te kloppen? Normaliter zou je zeggen van niet, maar Vingegaard is Vingegaard en Evenepoel is Evenepoel. Zij hebben goede momenten en we zoeken altijd naar mogelijkheden, dat doen die mannen ook."
Veldheer Vingegaard
In de rit van vrijdag probeerde Visma het ook, maar die moesten bakzeil halen, zo analyseert De Cauwer. "Je ziet de mannen van Visma | Lease a Bike volle bak rijden op de voorlaatste klim met het idee van de koers lastig proberen te maken. Ze blijven dan zelfs met z'n drieën over, met Tulett, Jorgenson en Jonas Vingegaard als een soort veldheer."
Maar die veldheer moest even later toezien hoe het gedaan was. "Op het moment dat Pogacar gaat, had iedereen eigenlijk al een paar kaarten gespeeld. Er was heel snel iets van: pfoe. Die versnelling moet dus indrukwekkend geweest zijn, ook al was die vanuit het zadel."
De Cauwer houdt hoop
Belgische hoop Remco Evenepoel moest als eerste z'n meerdere in Pogacar erkennen. De Cauwer houdt hoop. "Morgen (inmiddels vandaag, red.) hebben we drie tempocols. Als er tijdverlies is, dan probeer je altijd achter een reden te zoeken. Was het de val van gisteren? Zijn tijdrit was goed, dus dan begin je te denken dat het wel zou kunnen."
Ook Vingegaard kon het tempo van Pogacar bergop bij lange na niet aan. Schotte stelt dan ook de vraag of er nog werk is voor de Deen. De Cauwer vat daarna het oppportunisme van de wielerwereld nog eens goed samen.
"Eergisteren had Pogacar nog werk voor de boeg. Van Vingegaard zeiden we toen dat hij klaar was en nog nooit zo goed geweest is. Ook Evenepoel stond op gewicht en had nog nooit zo snel gereden. En waar staan we nu?"
- Cor Vos