Merlier accepteert halve knechtenrol voor Evenepoel in Tour: 'Maar ik verwacht dat de rest van de ploeg in de finale ook voor mij aanwezig is'

Naast sprinter is Tim Merlier in de Tour de France ook knecht voor Remco Evenepoel. In sommige gevallen zal hij zijn kopman ook op het vlakke moeten bijstaan.

tim merlier

Tim Merlier is de grote topfavoriet om straks in Lille het eerste geel van de Tour de France te bemachtigen. De Europees kampioen wil daar zijn status als beste sprinter ter wereld verzilveren. Dat hij aan de start staat was geen vanzelfsprekendheid. Het is namelijk pas de tweede keer in zijn profloopbaan.

Unieke kans

Zijn Tourdebuut maakte Merlier in 2021. Hij boekte toen meteen een ritzege - hij won de derde etappe. Daarbij werd hij als renner van Alpecin-Deceuninck gegangmaakt door niemand minder dan Mathieu van der Poel in de gele trui én Jasper Philipsen.

Merlier kijkt er naar uit om na vier jaar terug te keren in de Tour. Dat vertelt hij voorafgaand aan de Ronde van België aan WielerFlits. "Ik ga niet zeggen dat ik het heb gemist, want ik heb ook genoten van de Giro en de Vuelta. Je kijkt er ook een beetje niet naar uit, omdat je toch een maand wordt afgesloten van alles en iedereen. Maar over het algemeen ben ik blij om er weer bij te zijn.”

De 32-jarige Belg beseft dat hem een unieke kans wacht. “De laatste keer dat de eerste etappe voer voor de sprinters was, is al een tijdje geleden. Dat zal in de toekomst dus wellicht niet direct opnieuw het geval zijn.”

Evenepoel

Vorig jaar was Merlier volgens velen al de beste sprinter op aarde, maar ging hij nog niet naar de Tour. Dat had alles te maken met Remco Evenepoel, de grote kopman van Soudal Quick-Step. Hij ging met grote ambities naar Frankrijk en dus was er geen plek voor een sprinter in de selectie.

Dit jaar kon de ploegleiding echter niet om de klasse van Merlier heen. En ook de vlakke openingsrit sprak in zijn voordeel. Daarom verschijnt hij nu wel aan de start, en zelfs met vaste lead-out en vriend Bert Van Lerberghe.

Maar Merlier start wel onder één voorwaarde: hij en Van Lerberghe moeten Evenepoel waar nodig bijstaan op het vlakke. "Daar kan ik me zeker en vast in vinden", geeft hij tot slot aan. "Maar ik verwacht dat de rest van de ploeg in de finale ook voor ons aanwezig zal zijn."