Van Poppel ziet peloton veranderen: 'Steeds minder jongens kunnen goed sturen en snappen het spelletje'

Danny van Poppel staat normaal gesproken aan de vooravond van zijn zevende deelname aan de Tour de France. In 2013 was hij er een eerste keer bij.

Poppel

Danny van Poppel is nog altijd pas 31 jaar oud, maar hij is inmiddels bezig aan zijn dertiende seizoen als prof. In 2013 maakte hij op negentienjarige leeftijd zijn debuut in de Tour de France. Inmiddels is hij een veteraan. Iemand die alles heeft gezien en meegemaakt. Dit jaar hoopt Van Poppel zijn sprinter Jordi Meeus naar succes te leiden en Primoz Roglic en Florian Lipowitz bij te staan in hun jacht op de top drie.

Hoogtestage

Daarvoor heeft Van Poppel zich anders voorbereid dan in andere jaren. Hij is in de buurt van Valencia geweest met Meeus, waar ze in hoogtekamers lagen. De Nederlander zegt in gesprek met het Algemeen Dagblad niet bepaald fan te zijn van stages op een berg. "Het is mentaal niet makkelijk om wekenlang op een berg te gaan zitten."

"Dat is waarom ik het tot nu toe echt niet wilde doen. Ik word daar niet gelukkig van en ik wil nog heel lang blijven fietsen. Als je een lange carrière wil, moet je zorgen dat je er plezier in houdt en ik kan me niet voorstellen dat de huidige generatie het lang volhoudt."

De professionaliseringsslag zorgt ervoor dat renners constant op de toppen van hun kunnen leven, ziet Van Poppel. "Ze kunnen niet meer zonder hoogtestages. Zitten een maand op een berg, rijden dan een wedstrijd en gaan dan weer naar die berg. Het gaat om trainen, wattages, snelheid en aerodynamica. De koers zelf lijken ze soms bijna te vergeten. Maar misschien ben ik een beetje oldskool."

Veiligheid

Van Poppel heeft ook de dynamiek in het peloton zien veranderen in de loop der jaren. Meer dan ooit wordt er naar pure wattages gekeken, terwijl wielrennen zoveel meer is dan dat alleen. "Er komen alleen maar jongens bij die hard kunnen rijden."

"Maar ik zeg altijd tegen jongeren dat ze ook moeten gaan veldrijden of op de baan moeten gaan rijden. Daar leer je de basis, techniek en stuurmanskunst. Het zou zoveel valpartijen schelen als meer renners dat zouden doen. Steeds minder jongens kunnen goed sturen en snappen het spelletje. Maar ja, het is wel in mijn voordeel dat ik dat wel kan."