/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F06%2FKBbX92kVBsiIkE1751155210.jpg)
Frans Maassen, ploegleider bij Visma | Lease a Bike, was begin jaren '90 voor even de beste wielrenner van Nederland. Toen hij in 1991 op 26-jarige leeftijd de Amstel Gold Race won, lag hem een glansrijke carrière in het verschiet. Niets bleek minder waar.
'Nooit kunnen begrijpen'
Vier jaar na het mooiste moment uit zijn loopbaan - en misschien zelfs zijn leven, besloot Maassen te stoppen. Zijn ruwe talent viel van het ene op het andere moment in het niet. Al op 30-jarige leeftijd hing hij zijn fiets aan de wilgen. De reden? EPO deed haar intrede in het wielrennen.
Maassen nam het moedige besluit om niet mee te gaan in die doping-gekte, al betekende dat wel een vervroegd pensioen. In de podcast In de Waaier blikt Maassen - evenals Michael Boogerd onlangs - terug op die periode.
"Ik heb nooit kunnen begrijpen dat het zoveel uit heeft kunnen maken - dat je van EPO zoveel sterker kon worden. We hoeven er nu niet meer zo spastisch om te doen als in die tijd. Maar het werd gewoon veel gebruikt in het peloton."
'Van toprenner naar een nobody'
Daar hij in de Amstel van 1991 zijn hoogtepunt beleefde, ging Maassen er een paar jaar later door zijn diepste dal. Hij reed voorafgaand aan zijn thuiswedstrijd sneller dan anders de Eyserbosweg (zijn vaste trainingsklim) op, maar werd finaal uit de wielen gereden.
"Ik weet nog dat ik dacht dat ik beter was dan ooit - en dat was ik waarschijnlijk ook. Maar op het Drielandenpunt werd ik er gewoon afgereden door meer dan 100 renners. En dan waren we pas halverwege." Dat kwam wel even binnen. "Ik ging van toprenner naar een nobody."
Hematocriet
EPO was in die tijd niet traceerbaar. In 1996 kwam de UCI daarom met een maatregel. Iedere renner mocht een maximale hematocrietwaarde van 50 procent hebben. Alles daarboven zou duiden op het gebruik van EPO.
Dat had voor Maassen een positieve twist geweest. "Ik had zelf een hematocriet van 44 of 45, dan kun je wel duelleren tegen mannen die een waarde van 50 hadden. Maar in de jaren daarvoor had je renners die over de 50 heen gingen."
"En daarmee kon je blijkbaar toch wel heel hard fietsen.", aldus Maasen. "Je had toen ineens twee snelheden in het wielrennen. Dat was voor mij wel heel moeilijk, want ik reed plat gezegd ook geen prijzen meer. En dat was altijd mijn drive om te kunnen afzien."
'Dichtbij geweest om er in mee te gaan'
Dat Maassen ineens geen winnaar meer was, ging hem niet in de koude kleren zitten. "Op een gegeven moment brak er een veer. Ik verdiende in die tijd best veel geld, maar ik heb er nooit van kunnen genieten."
"Als je als kopman betaald wordt en je kan dat helemaal niet waarmaken, dan voel je je echt wel heel erg klote. Dat waren absoluut moeilijke jaren. Maar dat gold niet alleen voor mij. Het was een heel moeilijke tijd voor heel veel renners."
Of hij ooit in de verleiding is geweest om toch EPO te gaan gebruiken? "Daar heb ik wel over nagedacht, ja. Ik durf ook wel te zeggen dat ik er dichtbij ben geweest om daarin mee te gaan. Maar iets heeft me toch tegengehouden, en daar ben ik nu wel heel blij mee", eindigt Maassen.
- Cor Vos