/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F07%2FVg9MojFIK8SBvJ1751374896.jpg)
De eerste elf dagen van de Tour de France zijn de kansen voor Mathieu van der Poel namelijk legio. Dat is ook wat Thijs Zonneveld constateert, zo vertelt hij in de podcast In de Waaier. Al denkt de analist dat de Nederlander in sommige etappes die hem moeten liggen zijn handen vol gaat hebben aan Tadej Pogacar.
Eerste week
Zeker de etappes twee, vier, zes, zeven en elf zouden Van der Poel allemaal goed moeten liggen. "Als je inzoomt op de finale van dag twee zie je dat het lastig is in de finale. Er zitten drie klimmetjes in. Eén van 1,1 kilometer aan 9,4 procent, één van 800 meter aan 8 procent en ze finishen op iets vergelijkbaars van zo'n 800 meter aan 8 procent. Dit is de rode loper uitleggen voor Mathieu van der Poel."
Dit soort dagen was een gebrek aan in de voorgaande twee edities van de Tour de France. "Daardoor reed Van der Poel rond om lead-outs te doen voor Philipsen, en dan moest het allemaal gebeuren in die ene gravelrit. Hij sleepte zich met de ziel onder z'n arm naar de Tour, omdat het moest. Hoe anders is dat nu?"
Zonneveld noemt het bijna idioot hoeveel kansen de punchers als Van der Poel krijgen dit jaar. "Rit vier met allemaal klimmetjes, hetzelfde als rit twee. Rit vijf tijdrit in Caen. Dat hij zijn tijdritfiets heeft aangeraakt van de winter zegt veel over zijn ambities. Hij wil hier geel pakken of geel houden. Rit zeven is weer op en af met allemaal klimmetjes. Hetzelfde als rit twee en vier. En dan is rit 7 Mûr-de-Bretagne, waar hij in 2021 al won."
Tadej Pogacar
Op zeven dagen krijgt Van der Poel dus vier kansen. "Het is wel alles of niets bij de ASO. Ik denk bijna: is het niet te veel van het goede? Rit elf is weer zo'n etappe voor punchers. Tot die dag kunnen jongens als Van der Poel en Van Aert in de top van het algemeen klassement staan. Je gaat negen dagen lang krijgen dat je sprint naar een bocht, of sprint naar een heuveltje. Voor de klassementsrenners is het vooral schade beperken."
Al liggen er tegelijkertijd kansen, want zeker Pogacar kan uitstekend uit de voeten op het klassiekerachtige parkoers van de eerste tien dagen. "Pogacar is goed in alles, dus ook in korte explosieve dingen", aldus Zonneveld. "Hij gaat bonificatieseconden pakken in sommige van die etappes, want een Mûr-de-Bretagne is wel gewoon een klim van twee kilometer, en met zoveel ruimte om op te schuiven."
Op die klim won Van der Poel in 2021 zijn vooralsnog enige etappe in de Tour de France. Of hij dat kan herhalen? Zonneveld twijfelt. "Je zou zeggen dat Pogacar daar sowieso een gat pakt op Vingegaard, en dat Van der Poel z'n handen vol gaat hebben om Pogacar te kloppen. Misschien is Pogacar op zo'n klim van twee kilometer wel meer favoriet dan Van der Poel."
- Cor Vos