Groenendaal: 'Van der Poel is de beste crosser aller tijden'

Voor onze Winterspecial spraken we met Richard Groenendaal. De wereldkampioen veldrijden van 2000 vindt Mathieu van der Poel de beste crosser die er ooit is geweest.

Groenendaal

Richard Groenendaal bekijkt zijn geliefde veldrijden tegenwoordig vanaf de zijlijn. Mathieu van der Poel is volgens hem de beste crosser die er ooit geweest is en hij adviseert hem dan ook om gedurende zijn hopelijk lange carrière de crossfiets niet links te laten liggen.

Is Mathieu een vloek of een zegen voor de sport?

“Dat is een goede vraag maar ik denk dat hij wel een zegen is voor de sport. Voor ons als toeschouwers brengt hij iets speciaal. Natuurlijk is hij voor zijn concurrenten bijna onverslaanbaar maar ze kunnen zich wel enorm aan hem optrekken. Mathieu zet de maatstaf.”

Zien ze Van der Poel als een uitdaging of zijn er ook crossers die berusten in hun lot?

“Dat zie ik jammer genoeg ook weleens. Als Mathieu demarreert zijn er renners bij die al meteen op de tweede plaats focussen. Maar van een cross als Namen word ik dan wel weer heel vrolijk. Mannen als Pidcock en Aerts hebben daar echt hun beste beentje voorgezet.”

Wat te denken van jouw voormalige poulain Lars van der Haar?

“Lars mist op dit moment wel de aansluiting. Van Aert en Van der Poel hebben de nieuwe cross uitgevonden en daar bedoel ik mee dat ze er vanaf de start vol invliegen. Daar heeft Lars zich niet snel genoeg op aangepast. Ik ken hem als een heel explosieve renner en die zou eigenlijk probleemloos vanaf de start mee moeten kunnen. Als je dan later in de koers gelost wordt is dat geen schande. Maar ik vind hem momenteel te snel naar achteren wegzakken. Hoe dat komt weet ik niet. Misschien heeft het met een andere manier van trainen te maken of een andere beleving.”

Hoe staat het veldrijden er momenteel eigenlijk voor? Liggen de hoogtijdagen inmiddels achter ons?

“In de laatste jaren van mijn carrière heb ik de hoogtijdagen van de cross nog meegemaakt. Ik ben begin jaren 90 gestart als professioneel veldrijder en toen was het nog een amateuristische sport. Toen Rabobank erin gestapt is kwamen er grote sponsoren in beeld en is de sport gaan groeien. De grote Belgische generatie met Sven Nys en Bart Wellens brak door die grote supportersscharen met zich meebrachten. Later kwamen daar ook nog aantrekkelijke renners als Niels Albert, Lars Boom en Zdenek Stybar bij die het niveau verder omhoog krikten. Tussen 2005 en 2010 was het veldrijden echt op zijn top. Daar profiteren de renners nu nog steeds van.”

Hebben de Vlaamse supporters van de cross een grote buitenlandse ‘vijand’ nodig?

“Dat durf ik niet te zeggen. Het is niet zoals voetbal waarbij er echt twee kampen tegenover elkaar staan. Wat wel essentieel is, is dat er een strijd is tussen twee of meerdere absolute toppers. Iedereen kiest zijn favoriet daarin en zo wordt er een spanningsveld gecreëerd waarin de cross spraakmakend is. Dat is momenteel wat we missen. Als Mathieu aan de start staat weet iedereen dat er maar eentje kan verliezen.”

Jij zicht dicht op het vuur. Merk je dat de dominantie van Van der Poel de interesse afzwakt onder de Vlamingen?

“Er zijn wedstrijden in Vlaanderen die zonder enige twijfel minder bezocht worden dan voorheen. Maar ik vind dat logisch aangezien er momenteel een overkill is aan wedstrijden met iedere keer hetzelfde stramien. Mensen zien in een heel beperkte straal precies dezelfde wedstrijd als een dag ervoor met precies hetzelfde deelnemersveld. Ik snap wel dat mensen dan bepaalde wedstrijden eruit gaan kiezen om te bezoeken. Er is nu teveel van hetzelfde.”

Pleit je dan voor meer spectaculaire en zware parkoersen als Namen?

“Nee, dat is niet de oplossing. Het mooie aan veldrijden is de afwisseling. Er moet een cross zijn zoals Namen, maar ook het zand van Koksijde. Of gewoon een veldrit in een vlak weiland met bruggen, zandbakjes en balkjes. Er moet diversiteit zijn. Op zich vind ik wel dat er genoeg afwisselende parkoersen in de crosskalender zitten.”

Jij was fulltime crosser. Dat zijn Van der Poel en Van Aert duidelijk niet. Denk jij dat de cross voor deze renners altijd relevant zal blijven?

“Dat denk ik wel. Zij zijn met de cross opgegroeid en dat is hun bioritme geworden bij wijze van spreken. In het verleden hebben we met Lars Boom gezien die de cross links liet liggen voor zijn wegcarrière, dat dat niet goed heeft uitgepakt. Ik verwacht dat Van Aert en Van der Poel in de toekomst zullen blijven crossen tot en met het WK waarna ze het voorjaar ingaan op de weg. Ze hebben ook veel plezier in het veldrijden. Ik denk dat ze er baat bij hebben het om te blijven doen. Ze laten nu ook zien dat de combinatie werkt.”