Chris Horner over Pogacars knieblessure: 'Ik gebruikte heel veel tramadol om te overleven, kwam veel aan daardoor'

Chris Horner weet als geen ander hoe het voelt om door pijn heen te koersen. De Amerikaan slikte in zijn tijd zware pijnstillers om een rittenkoers uit te rijden – legaal, maar met een hoge prijs. Nu ziet hij Tadej Pogacar hetzelfde meemaken.

Tadej Pogacar in het geel tijdens de Tour de France 2025, vechtend tegen de pijn en kou in de slotweek van de koers.

Horner reed ooit zelf door de pijn heen

Voor oud-Vuelta-winnaar Chris Horner was de pijn die Tadej Pogacar voelde in de slotweek van de Tour de France 2025 maar al te herkenbaar. Pogacar kampte met een knieblessure en voelde zich uitgeput, maar bleef doorgaan om de Tour te winnen.

Op zijn YouTube-kanaal vertelde Horner hoe hij in 2009 iets vergelijkbaars meemaakte. In die tijd was het gebruik van tramadol nog toegestaan, en hij gebruikte het om zijn eigen pijn te bestrijden.

“In die tijd was tramadol legaal, en ik gebruikte het heel veel,” zei Horner. “Het hielp me om de etappes door te komen, maar ik kwam elke dag aan.”

De Amerikaan wist dat hij zonder pijnstilling niet door de ritten zou komen, maar merkte ook dat zijn lichaam veranderde. De pijnstillers zorgden ervoor dat hij vocht vasthield en minder scherp werd in de koers.

Pogacar twijfelde of hij Parijs zou halen

Ook Pogacar zelf vertelde onlangs dat hij twijfelde of hij nog wel verder kon in de Tour. De Sloveen kampte met kniepijn en had het zwaar in de ijskoude Alpenetappes. Tramadol slikken mag inmiddels niet meer.

“De dag na de Ventoux had ik knieproblemen, en ik begon te twijfelen of ik nog wel door kon gaan. “Mijn lichaam was in shock. Ik voelde me niet goed.”

Horner begreep precies wat er door Pogacar heen ging. Wie ooit met pijn een Grote Ronde moest uitrijden, weet volgens hem dat elke dag een gevecht wordt – niet alleen fysiek, maar ook mentaal.

Chris Horner in de Tour of California in 2009. | Beeld: Cor Vos

De val die het verschil maakte

Volgens Horner begon Pogacar’s problemen na zijn crash in etappe 11, toen hij met een Uno-X-renner in aanraking kwam.

“Hij raakte met zijn wiel het wiel van een Uno-X-renner, schoof naar links, raakte een eiland, sprong weer op en stapte weer op zijn fiets,” vertelde Horner. “Ik zeg niet dat dat de oorzaak was - we weten niet eens welke knie het was - maar als je je heup zo hard raakt, kan je uitlijning veranderen.”

Na die val veranderde Pogacars manier van rijden. Zijn gebruikelijke aanvallen maakten plaats voor berekende koerscontrole. Horner zag daarin geen gebrek aan strijdlust, maar wijsheid. Pogacar wist dat hij met pijn slim moest rijden in plaats van op kracht.

Wanneer je lichaam alles vasthoudt

Horner ging in zijn analyse verder in op een vaak vergeten effect van blessureleed: waterretentie. “Wanneer je lichaam in een staat van trauma komt, komt er altijd gewicht bij,” legde hij uit. “Ik heb in het ziekenhuis gelegen na valpartijen waarin ik een week lang niet at en toch een kilo zwaarder naar buiten kwam.”

Volgens Horner kan zelfs een kilo extra het verschil maken in de bergen. “In plaats van gewicht verliezen tijdens de koers, zoals normaal, kom je juist aan. Elk klein beetje telt als je de Ventoux of de Loze beklimt.”

Hij benadrukte dat Pogacar niets verkeerd deed, maar dat pijn altijd invloed heeft op de prestaties. Het lichaam reageert op stress, of dat nu door een val, kou of medicatie komt.

De kracht van eerlijkheid

Wat Horner vooral bewondert, is dat Pogacar open was over zijn blessure. “Ik vind het geweldig hoe Pogacar eerlijk is over zijn knieblessure,” zei hij. “Het geeft iedereen een beter beeld van waarom hij reed zoals hij reed.”

Volgens Horner maakt juist die eerlijkheid Pogacar een bijzondere kampioen. Hij won niet alleen de Tour, maar deed dat terwijl hij vocht tegen pijn en twijfel.

“Als hij was afgestapt, zouden mensen weer zeggen dat Jonas de beste renner ter wereld is,” zei Horner. “Maar je moet rekening houden met valpartijen, blessures, met alles wat renners meemaken.”