Wereldkampioen Michiel Mouris over zijn toekomst in het profpeloton: 'Ik heb geen haast'

Hij werd wereldkampioen in Rwanda, won eerder Parijs-Roubaix en blijft ondertussen opvallend nuchter. Michiel Mouris over zijn topjaar en zijn dromen.

Michiel Mouris viert zijn wereldtitel tijdrijden in Rwanda met de armen omhoog op het podium

‘De WorldTour is mijn droom, maar ik heb geen haast’

Na zijn wereldtitel tijdrijden bij de junioren in Rwanda is Michiel Mouris dé naam om in de gaten te houden. De jonge wereldkampioen vertelt in ons nieuwste magazine over zijn ambities, zijn favoriete koersen en zijn grootste concurrenten. Is het een gekkenhuis na het WK?

“Ik word door SEG begeleid sinds mijn winst op het EK tijdrijden vorig jaar. Toen kreeg ik wel wat aanbiedingen, maar het is niet zo dat ploegbazen nu op me af stappen om te vragen of ik bij hen wil komen fietsen. Dat loopt allemaal via mijn management. Ik wil heel graag prof worden natuurlijk. De WorldTour is mijn doel, maar ik voel geen haast.”

‘De voorjaarsklassiekers en tijdritten, dat ligt me het best’

Waar droomt Mouris van? “Van de voorjaarsklassiekers en tijdritten. Dat vind ik het mooiste om te doen, en het ligt me ook het best. Klimmen is iets anders. Als het lang en steil is, ben ik daar gewoon te groot en zwaar voor. Maar op korte klimmetjes kan ik goed mee.”

Van Parijs-Roubaix naar wereldtitel

Dit voorjaar won Mouris ook al Parijs-Roubaix. “Dat was echt een doel van mij. Toch is het heel anders dan een WK. In april rijd je van koers naar koers, terwijl ik me voor het WK in Rwanda wekenlang specifiek had voorbereid.”

De Amerikaan die hem opjaagt

Wat opvalt: de Amerikaan Ashlin Barry eindigde zowel in Parijs-Roubaix als op het WK als tweede achter Mouris. “Ashlin is een renner die veel op mij lijkt. We hebben een vergelijkbare stijl, allebei sterk in tijdritten maar geen klimmers. Ik denk dat ik hem nog vaak ga tegenkomen.”

Wielrennen met de paplepel ingegoten

Mouris komt uit een echte wielerfamilie. “Mijn broer Wessel fietst bij Unibet Tietema Rockets. Al voor ik in categorie 1 zat, vroeg ik een fiets voor mijn verjaardag. Daarna reden we elk weekend door het land voor wedstrijden. Ik ben ook gaan veldrijden, waar ik veel van geleerd heb. In het begin durfde ik niet echt, maar dat is snel veranderd.”

Interviews
  • Cor Vos