Succesvol, maar niet onaantastbaar
Het lijkt het perfecte verhaal: een Nederlandse ploeg die klassiekers, grote rondes én tijdritten domineert. Visma | Lease a Bike is hét succesmodel van het moderne wielrennen. Toch schuilt er achter die glanzende buitenkant een zorg die steeds meer teambazen bezighoudt: hoe houd je een miljoenenbedrijf op de been als sponsoren schaarser worden dan ooit?
Teammanager Richard Plugge gaf het onlangs zelf toe: zijn ploeg staat “vijfde of zesde qua budget” in de WorldTour. Dat klinkt misschien nog indrukwekkend, maar voor een team dat de Tour, Vuelta én Giro won, is het verrassend bescheiden. Het zegt vooral iets over de nieuwe realiteit van de wielersport in 2025: zelfs de besten moeten creatief boekhouden.
Budgetten rijzen de pan uit
Sinds 2017 is het gemiddelde WorldTour-budget gestegen van 18 naar 32 miljoen euro. Omdat negentig procent daarvan uit sponsoring komt, moeten ploegen hun twee hoofdsponsors elk jaar overtuigen om samen 13 tot 15 miljoen neer te tellen. Een bedrag waar acht jaar geleden nog een volledig team van draaide.
Die inflatie zorgt voor een harde scheiding in het peloton: aan de top staan multinationals als Ineos, Lidl, Visma en Decathlon — bedrijven met miljardenomzetten. Daaronder ligt een steeds grotere groep teams die structureel te weinig middelen heeft.
Het gevolg: fusies, noodgrepen en een groeiende afhankelijkheid van miljardairs of staten.
Nederland lijkt een uitzondering, maar is het niet
Op papier ziet het er nog aardig uit. Rabobank keert terug als co-sponsor bij Visma | Lease a Bike, en PostNL stapte in bij Team dsm-firmenich PostNL. Twee grote Nederlandse namen die de sport een warm hart toedragen.
Maar wie verder kijkt, ziet dat het vooral tijdelijke injecties zijn. De bedragen zijn aanzienlijk, maar niet te vergelijken met wat oliestaten of techmiljardairs in andere teams pompen. Plugge’s ploeg is strak georganiseerd, efficiënt en slim in marketing, maar ook bij Visma geldt: als een hoofdsponsor vertrekt, is het zoeken naar een reddingsboei.
Het is precies dat spanningsveld — tussen sportief succes en financiële fragiliteit — dat de titel van dit artikel rechtvaardigt.
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2Fq3PDuvDdQlmyg21761052034.jpg)
Een systeem dat kraakt
De problemen stoppen niet bij Nederland. In Frankrijk houdt Emmanuel Hubert (Arkéa-B&B Hôtels) op te bestaan wegens geldgebrek. TotalEnergies zoekt een nieuwe titelsponsor, Alpecin-Deceuninck verliest een co-sponsor, en Lotto moet samen met Intermarché fuseren om te overleven.
Overal hetzelfde patroon: stijgende kosten, terughoudende bedrijven en trage beslistrajecten. Zodra sponsorbedragen boven de tien miljoen euro komen, moeten ze langs raden van bestuur — en daar duurt elke beslissing maanden.
De romantiek van de onafhankelijke ploeg sterft uit
Waar vroeger idealistische ploegbazen met passie en een paar lokale bedrijven een team konden runnen, is dat in 2025 vrijwel onmogelijk. EF, Decathlon en Red Bull hebben deels teams opgekocht om zelf invloed te krijgen, en ook rijke individuen bepalen steeds vaker de koers.
Wie geen miljardair, oliestaat of corporate reus achter zich heeft, moet hopen op toeval, geluk of nostalgie. Zelfs Visma | Lease a Bike, hét succesverhaal van de afgelopen jaren, is daar niet immuun voor.
- Cor Vos