'Ik had amper tijd voor vrienden, want het was rusten, trainen en werken'
Voor ons nieuwste magazine spraken we uitgebreid met Jonas Abrahamsen, die onder meer vertelde over de weg die hij aflegde tot het winnen van een Tour de France-etappe afgelopen zomer. Het was geen alledaagse weg, want Abrahamsen werkte er als belofte nog naast. "Ik werkte iedere werkdag zevenenhalf uur als elektricien. Ik stond op rond zes uur ’s morgens, fietste twintig minuten naar het bedrijf waar ik werkte en werkte vervolgens van zeven uur ’s morgens tot drie uur ’s middags."
Dan was de dag van de Noor nog lang niet over. "Dan fietste ik naar huis, at ik iets en ging ik trainen. Van vier uur ’s middags tot zeven of acht uur ’s avonds. Dan at ik weer iets en lag ik om negen uur op bed. Dat deed ik tweeënhalf jaar lang. In die tijd had ik amper tijd voor vrienden en al helemaal niet voor een vriendin. Het was enkel: rusten, trainen en werken. Ik deed ook nog eens fysiek werk."
'Ieder jaar moest ik weer mails sturen naar ploegen'
Op een bepaald moment was het allemaal te veel voor Abrahamsen. "Als junior was ik best goed, maar als belofte ontwikkelde ik me totaal niet. Achteraf gezien vroeg ik veel te veel van mijn lichaam. Ik heb nooit gedacht aan stoppen met wielrennen, maar het was moeilijk om ieder jaar een ploegje te vinden. Ik had niet de beste resultaten en moest ieder jaar weer mails sturen naar ploegen met de vraag of ze nog een plekje voor me hadden.”
/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F10%2FDvjiUPxohzUIDy1761313022.jpg)
Abrahamsen merkte na tweeënhalf jaar werken dat zijn loopbaan de verkeerde kant opging. “Ik was constant moe. Ik trainde te hard, at te weinig en werkte te veel. Maar ik heb veel geleerd van die tijd. Onder meer dat ik moet luisteren naar mijn lichaam. Dat ik niet én een hele week kon werken én weinig kon eten én volle bak kon trainen."
De volgende droom is ambitieus
Hij stopte met werken, werd in 2017 bij het opleidingsteam van Uno-X Mobility gehaald en promoveerde in 2020 naar de hoofdmacht. "Ik heb het eerder verteld, maar toen was ik nog een klimmer die telkens zo licht mogelijk wilde zijn. Ieder jaar ben ik vervolgens een beetje aangekomen in spiermassa. Daardoor heb ik een Tour de France-etappe kunnen winnen."
Hij vervulde er een kinderdroom mee. "De volgende droom is om Parijs-Roubaix of Ronde van Vlaanderen te winnen. Een podium zou al geweldig zijn, maar de droom is natuurlijk winnen. Van der Poel en Pogacar zijn hartstikke sterk, maar op het moment dat ik een goede dag heb en zij een mindere, weet je het nooit in de wielersport."
- Cor Vos