Trouwe INEOS-knecht is het zat en stopt: 'Afgelopen winter trainde ik drie keer per dag om competitief te blijven'

Salvatore Puccio, trouwe knecht van Team Sky en INEOS Grenadiers, stopt met wielrennen en rekent af met het moderne wielrennen.

salvatore puccio

Drie trainingen per dag en geen tijd om te ademen

Salvatore Puccio, jarenlang een vaste waarde bij Team Sky en later INEOS, vierde onlangs zijn 36e verjaardag door zijn afscheid aan te kondigen. Niet omdat hij niet meer kon, maar omdat hij het zat was.

Drie trainingen per dag – fitness, urenlang fietsen en daarna nog even op de rollen – waren nodig om niet weggeblazen te worden door de nieuwe generatie watts-kanonnen. “Het wielrennen is veel veeleisender geworden,” vertelde Puccio aan TuttoBiciWeb. “Afgelopen winter trainde ik drie keer per dag om competitief te blijven.”

De Siciliaan was jarenlang het toonbeeld van de trouwe knecht, de man die de kar trok voor Bradley Wiggins, Chris Froome en Egan Bernal. Maar de manier waarop de sport evolueerde, maakte hem duidelijk dat de grens bereikt is. “Je kunt niet eeuwig blijven pushen,” klinkt het nuchter.

Van omelet naar 120 gram suiker per uur

De grootste schok kwam voor Puccio niet eens uit het zadel, maar van wat er in de achterzakken verdween. “Vroeger at je een omelet en reed je vijf uur op water. Nu moet je 120 gram koolhydraten per uur naar binnen werken.” Gels, repen, shakes – de koers is een rijdend laboratorium geworden. Renners leren hun maag te trainen, niet hun benen. En wie niet meedoet, ligt eraf.

Het beeld van de renner als pure atleet is ingeruild voor dat van de mens-machine - iets waar de werkloze Julien Vermote zich ernstig zorgen over maakt. Data, vermogenscurves en energiebalans bepalen of je overleeft in het peloton. Puccio: “Het is topsport, maar soms voelt het als overleven.”

84 kilometer per uur en bang

Wie denkt dat dit enkel om cijfers draait, heeft het mis. De gevaren zijn reëel. “In een afdaling haalde ik 84 kilometer per uur, en ik was bang,” biecht hij op. De snelheid, de stress en de voortdurende strijd om positie maken het peloton volgens hem levensgevaarlijk. “Van kilometer nul is het duwen en wringen, het houdt nooit op.”

Een paar decennia geleden begon de chaos pas in de finale. Nu is het één langgerekte sprint. Puccio zegt het zonder dramatiek, maar de ondertoon is duidelijk: het wielrennen is harder, sneller en riskanter dan ooit.

De knecht die zijn grens vond

Na veertien jaar als stille motor in dienst van anderen stopt Puccio niet met wrok, maar met wijsheid. “Ik heb nooit gewonnen, maar elke zege van mijn kopman voelde als de mijne.” Toch is het duidelijk dat het moderne wielrennen een prijs vraagt die niet iedereen meer wil betalen.

Zijn toekomst ligt waarschijnlijk in de ploegleiderswagen – een plek waar hij hopelijk nog iets van het oude wielrennen kan bewaren.