Egan Bernal: ‘Pogačar maakt me boos, hij rijdt gewoon weg van iedereen’

Zelfs een Tourwinnaar voelt zich soms machteloos. Egan Bernal spreekt openlijk over zijn frustratie tegenover Tadej Pogačars overmacht.

Egan Bernal

Bernal voelt zich klein naast Pogačar

Egan Bernal, ooit de kroonprins van het wielrennen, werd in 2019 op handen gedragen na zijn Tour de France-zege. De Colombiaan was toen pas 22 en leek de nieuwe vaandeldrager van Team Ineos’ Tour-dynastie. Maar sindsdien is de wereld veranderd – en dat heeft alles te maken met één naam: Tadej Pogačar.

In het Colombiaanse tv-programma Despierta Win luchtte Bernal zijn hart. “Hij is op een ander niveau. Je geeft alles wat je hebt, voelt je goed, en dan rijdt hij gewoon bij je weg. Dat maakt me kwaad.”

Het is een uitspraak waarin zowel bewondering als machteloosheid doorklinkt. Want hoe goed Bernal zich ook voelt, Pogačar lijkt altijd nog twee versnellingen over te hebben.

De schaduw van een wonderkind

Sinds zijn iconische overwinning op La Planche des Belles Filles in 2020 – waar hij zijn landgenoot Primož Roglič onttróonde – regeert Pogačar het peloton met zelden geziene overmacht.

Voor Bernal, die na zijn zware trainingscrash in 2022 al een wonder verrichtte door überhaupt terug te keren in het profpeloton, is dat soms moeilijk te verteren. Hij moest vechten voor zijn leven – Pogačar blijft intussen records breken.

“Hij tilt het niveau van iedereen omhoog,” gaf Bernal toe. “Het is frustrerend, maar tegelijk fantastisch om tegen hem te rijden. Hij dwingt ons beter te worden.”

Van doodsangst naar doorzettingskracht

Bernals woorden krijgen extra gewicht door wat hij heeft meegemaakt. In januari 2022 botste hij met 60 kilometer per uur op een stilstaande bus tijdens een training. “Ik wist niet of ik dood zou gaan. Ik schreeuwde dat ik rust wilde van de pijn,” vertelde hij.

Artsen vreesden dat hij nooit meer zou lopen. Toch stond Bernal binnen een jaar weer aan het vertrek van een koers. Zijn herstel blijft een van de indrukwekkendste comebacks in de recente wielergeschiedenis.

Een eer én een vloek om in de Pogačar-tijd te rijden

Hoewel Bernal de overmacht van de Sloveen met lichte jaloezie bekijkt, weet hij ook dat hij in een bijzonder tijdperk koerst. “Het is mooi dat wij in het tijdperk- Pogačar mogen rijden. Je wilt zulke renners meemaken, ook al maken ze het je moeilijk.”