Fiets je met té felle lampen? Dan ben jíj misschien het gevaar op de weg

Veel fietsers denken dat extra licht automatisch veiliger is. Maar te felle fietsverlichting kan juist leiden tot gevaarlijke situaties – voor anderen én voor jezelf. Tijd om die mythe te doorbreken.

Fietser in het donker met extreem felle voorlamp die in de lens schijnt, waardoor zijn silhouet zichtbaar is tegen een donkere achtergrond. Het beeld benadrukt het gevaar van te felle fietsverlichting op de weg.

Te veel licht kan juist verblinden

Een moderne fietslamp haalt tegenwoordig met gemak 1200 lumen of meer. Handig als je over onverlichte landweggetjes rijdt, maar funest in de stad. Automobilisten en mede-fietsers kunnen door de felle bundel letterlijk even niets meer zien.

Volgens Matt Woodcock van Cycling UK moeten fietsers beseffen dat hun lampen soms krachtiger zijn dan autokoplampen. Richt je bundel dus altijd naar het wegdek, niet recht vooruit. Zo zie jij nog steeds de weg, maar laat je anderen niet “blind” achter.

Een goede richtlijn: je licht mag niet boven het zadel van een auto schijnen als je erachter staat. Zo voorkom je dat tegenliggers gedwongen worden om te raden waar jij bent.

De illusie van veiligheid

Fel licht geeft je het gevoel dat je alles ziet, maar dat is vaak schijn. Door het sterke contrast tussen de fel verlichte strook vóór je en het donkere gebied eromheen, mis je juist obstakels aan de zijkant. Bovendien past je zicht zich aan dat lichtniveau aan, waardoor je ogen slechter omgaan met plotselinge duisternis.

Het gevolg: zodra je lamp even trilt of wegdraait, zie je niets meer. En dat kan op snelheid serieuze gevolgen hebben.

Een tip van ervaren avondtoerders: gebruik liever twee matig sterke lampen dan één lichtkanon. Daarmee verdeel je het licht beter en behoud je overzicht.

Richting en lichtbundel zijn cruciaal

Niet de kracht, maar de vorm van je licht maakt het verschil. Lampen die voldoen aan de Duitse STVZO-norm hebben een afgesneden lichtbundel: ze verlichten de weg zonder te verblinden. Merken als Busch & Müller en Lezyne gebruiken dit principe ook in hun duurdere modellen.

Een goed afgestelde fietslamp schijnt op het wegdek, niet in de ogen van tegenliggers — zo rijd je veilig én zichtbaar in het donker.

Monteer je lamp horizontaal, niet schuin omhoog. Een kleine kanteling van tien graden kan al het verschil maken tussen veilig zichtbaar zijn of iemand verblinden. Check ook of de lamp een aparte ‘stad’-stand heeft: die verbruikt minder energie en is vriendelijker voor je omgeving.

De juiste balans vinden

Veilig fietsen in het donker draait om balans: genoeg licht om zelf te zien, niet zoveel dat je anderen tot last bent. Test je verlichting in een donkere straat voordat je vertrekt en vraag een vriend om te kijken of je lamp niet te fel is.

En vergeet niet: goede zichtbaarheid is méér dan lumen. Reflecterende kleding, slimme positionering op de weg en voorspelbaar gedrag maken minstens zo veel verschil.