De snack die meer doet dan je denkt
Halverwege een lange rit, als je benen protesteren en je bidon halfleeg is, kan één hap alles veranderen. Een Snickers lijkt dan een zoete zonde, maar juist die combinatie van snelle en langzame brandstof blijkt precies wat je lichaam nodig heeft.
Suikers geven direct energie, vetten houden je motor iets langer draaiend, en het kleine beetje eiwit uit de pinda’s helpt bij spierherstel. Kortom: deze reep is slimmer samengesteld dan hij lijkt.
Waarom voedingsexperts hem stiekem begrijpen
Voedingswetenschapper Stacy Sims noemt suikerhoudend snoep “een snelle, maagvriendelijke energiebron”, bij Bicycling. En volgens voormalig prof Adam Myerson is de Snickers daar een bijna ideale variant van: suiker voor de directe kick, vet voor de stabiliteit en eiwit voor herstel onderweg.
Het is niet voor niets dat veel renners bij een tankstop eerder naar een Snickers grijpen dan naar een vierde kleffe sportreep. Hun lichaam vraagt om iets herkenbaars, iets ‘echts’.
Minder laboratorium, meer leven
De moderne sportvoeding is zo precies geworden dat het soms lijkt alsof je een proefpersoon bent in plaats van een fietser. De Snickers is daar een bevrijdend contrast tegen: gewoon een reep die je begrijpt, met ingrediënten die je kunt uitspreken.
En eerlijk is eerlijk, wie ooit met een glimlach een gesmolten Snickers uit z’n zak heeft gehaald, weet dat moraal soms net zo belangrijk is als macro’s.
De juiste timing is alles
Toch blijft timing belangrijk. Een Snickers werkt het best bij hongerklop, lange ritten of tijdens een koffiestop, niet vlak voor een sprint of klim.
Eet ‘m dus op het moment dat je lijf snakt naar een boost én je maag iets stevigers aankan. En een gouden tip: leg hem bij wat warmer weer van tevoren even in de vriezer, dan blijft hij onderweg stevig en smelt hij niet.