Bryan Coquard had de Tour of Oman geopend met een ritzege. De Fransman versloeg Mark Cavendish en Giacomo Nizzolo in de massasprint en mocht daardoor de leiderstrui aantrekken. En als de sprinter zo klom als in eerdere jaren, kon hij op dag twee best die leiderstrui houden.

De etappe naar Al Bustan had namelijk onderweg vier beklimmingen, met de top van de Al Jissah-klim op maar 5 kilometer van de streep. Ook voor aanvallers lag er dus een grote kans op de zege.

Vier renners in de lange vlucht: Loïc Chetout van Cofidis, Fabricio Ferrari van Caja Rural-Seguros RGA, Markel Irizar van Trek-Segafredo en Danny Pate, die de oranje hemden van Rally Cycling vertegenwoordigde vooraan. Een aantal minuten voorsprong kregen ze, maar in de heuvelachtige finale ging deze niet bijster snel achteruit.

Pate moest op de voorlaatste beklimming zijn vluchtgenoten laten rijden, de Amerikaan kon niet meer. De andere drie zagen op weg naar de laatste beklimming hun voorgift toch als sneeuw voor de zon smelten. Nadat Irizar als laatste vluchter werd gegrepen, was het tijd voor Astana om het tempo op te voeren.

Met Magnus Cort Nielsen hadden zij namelijk een goed klimmende sprinter. Er kwamen geen aanvallen op de Al Jissah-klim, waarna Niki Terpstra aanviel. Het kwam tot een groepssprint, gewonnen door de Australiër Nathan Haas.