Als eerste Deen schreef Jakob Fuglsang gister het Critérium du Dauphiné op zijn naam.

Zo stond Fuglsang vijf jaar droog en won hij binnen een week tijd drie keer. De zesde en de laatste etappe waren een prooi voor de Deen van Astana, net als het eindklassement. Dat won hij met tien luttele tellen voorsprong op Richie Porte.

“Ik wilde vroeger al kopman zijn, ook zonder grote ploeg achter me”, vertelde Fuglsang op de persconferentie na zijn eindzege. “Daarna heb ik jaren voor Vincenzo Nibali gewerkt zonder eigen succes, soms zelfs met Vincenzo als rivaal binnen de ploeg.”

De ambities om in de Tour de France als kopman van Astana van start te gaan, zette de Deen kracht bij. “Ik kreeg de kans en dat gaf me veel motivatie. De zilveren medaille op de Olympische Spelen vorig jaar deed dat ook. Ik wist weer dat ik kon presteren.”

Zoals altijd waren de Franse media er weer als de kippen bij om vragen te stellen over dopinggebruik. “Je hoeft geen twijfels te hebben over mijn prestaties! Het wielrennen is de laatste jaren veranderd en dat is een van de redenen dat ik zoiets kon presteren. Ik sta voor schoon wielrennen en ik rijd schoon. We zijn met de wielerwereld op de goede weg. Het is een lang, zwaar gevecht en we moeten blijven vechten tegen dopinggebruik.”

En de Tour? “Misschien ben ik al te vroeg in vorm. Misschien is Richie Porte dat ook. Chris Froome nog niet, die zit nog niet op hetzelfde niveau als voorheen. Maar er zijn nog 20 dagen te gaan voor de Tour start.”

Foto: Cor Vos