De Vuelta wordt soms gezien als ondergeschoven kindje van de Giro en de Tour, maar daar is deze editie weinig van te merken. Op de Spaanse wegen hebben zich al enkele prachtige gevechten afgespeeld in de eerste tien dagen. Wie waren er top en wie waren er flop? Een overzicht.
Top
De Vuelta zou de Vuelta niet zijn als er geen gebruik gemaakt zou worden van steile, explosieve klimmetjes als aankomstplek. Waar je renners als Dani Moreno en Joaquím Rodriguez zou verwachten, was het de Colombiaan Esteban Chaves die de show stal. In de tweede etappe naar Caminito Del Rey en in de zesde rit naar Sierra De Cazorla wist Chaves te zegevieren.
In beide etappes was Tom Dumoulin één van de voornaamste uitdagers van de Orica GreenEdge-renner. De Limburger ontpopt zich tot een belangrijke uitdager van de gevestigde orde. Met zijn heroïsche ritwinst op de weerzinwekkende Alto de Puig Llorença kan zijn Ronde van Spanje al niet meer stuk. Dumoulin zal zich nu als leider in het algemeen klassement moeten bewijzen in het hooggebergte tegen de wereldtop. Veel stress lijkt dat hem vooralsnog niet te bezorgen.
Verder verdienen Nicolas Roche, Caleb Ewan en LottoNL-Jumbo een pluim. Roche trad in de eerste week uit de schaduw van zijn kopman Chris Froome en leek de beste renner van Team Sky. Froome herstelde de zaken echter weer in de rit naar Cumbre Del Sol. Voor toptalent Caleb Ewan leverde zijn eerste grote ronde direct eremetaal op. Met een indrukwekkende spurt liet hij John Degenkolb en Peter Sagan achter zich.
Waar LottoNL-Jumbo in de Tour de France meer dan eens niet vertegenwoordigd was in de vroege vlucht, is daar in de Vuelta geen sprake van. Het leverde de gele brigade zelfs iets tastbaars op, namelijk een etappewinst voor Bert-Jan Lindeman. In een slopend gevecht op de flanken van de Alto De Capileira liet hij zijn medevluchters Jerome Cousin en Ilia Koshevoy achter zich. Voor de Drent betekende zijn winst driemaal scheepsrecht, want in eerdere etappes had Lindeman zich ook al van voren laten zien.
Flop
Waar Astana in de Ronde van Italië met de pedalen speelde, rijden ze in Spanje tot nu toe belabberd. Alleen Fabio Aru en Diego Rosa lijken iets van de vorm van in Italië te hebben. Schaduwkopman Vincenzo Nibali zit inmiddels alweer thuis, nadat hij zich opzichtig vooruit had laten slepen door de ploegleiderswagen. De nummer drie van de Giro, Mikel Landa, heeft zich nog geen moment in de debatten kunnen mengen. De laatste twee dagen zakte hij er zelfs volledig doorheen.
Ook John Degenkolb is geen schim van de renner die vorig jaar de Vuelta domineerde in de sprints. Meerdere malen was de Duitser simpelweg niet snel genoeg, dit kwam vooral aan het licht in de etappe die Caleb Ewan won. Zelfs na de opgave van Peter Sagan en Caleb Ewan was de renner van Team Giant-Alpecin niet in staat als eerste de streep te passeren. Kristian Sbaragli was te sterk, ondanks dat Degenkolb een veel snellere sprint reed.
De laatste twee tegenvallers zijn Joseph Dombrowski en Andrew Talansky. Talansky staat al op ruim een uur van Dumoulin en Dombrowski valt ook enigszins tegen. Zijn winst in de Tour of Utah begin augustus blijkt geen graadmeter voor de Vuelta. Hij staat op een anonieme 69ste plaats.
Pechvogels
Valpartijen werden lange tijd vooral geassocieerd met de eerste week van de Tour de France, omdat daar de belangen het grootst zijn. Maar ook in deze Vuelta vallen de renners bij bosjes. Het heeft al enkele grote namen de kop gekost. Tejay van Garderen, Nacer Bouhanni en Daniel Martin bijvoorbeeld. Martin stond op dat moment vierde en leek de goede vorm te pakken te hebben.
De grootste pechvogel is echter Kris Boeckmans. De Belg ligt sinds zaterdag in kunstmatige coma met verwondingen aan het aangezicht, longen en ribben. Zijn ploeg Lotto Soudal meldde gisteren op zijn website dat de toestand van de spurter stabiel is, maar dat hij nog minstens een week in coma blijft. Dan kan een etappewinst toch iets heel nietigs zijn