GIRO VANDAAG: Naar de wielerstad

GIRO VANDAAG: Naar de wielerstad

Rit twaalf van de Giro gaat van Imola naar Vicenza, waar na 190 kilometer de streep ligt op Monte Berico. Vandaag vertrekken de renners vanuit het centrum van Imola in de regio Emilia Romagna en rijden lang door de saaie Povlakte. Maar de finale over de Colli Euganei en de Monte Berico is aantrekkelijk voor aanvallende renners en toeristen.

Na tachtig kilometer komen de renners bij het oversteken van de rivier de Po in de regio Veneto.

Via Rovigo, dat in de jaren vijftig van de vorige eeuw werd gerestaureerd om de voltooiing van de drooglegging van het moerasgebied te vieren, gaan de renners richting het heuvelachtige gebied van de Colli Euganei. De toegangspoort tot die heuvels is de Romeinse stad Monselice met het indrukwekkende fort uit de dertiende eeuw. Door het prachtige fietsgebied gaan de renners strijden om de dagzege.

Het centrum van Vicenza is een juweel met zijn prachtige aristocratische villa’s en zijn gotische paleizen aan de Corso del Palladio. Grootste trekpleister is de villa La Rotonda met vier identieke zijden en een centrale koepel in het midden.

Parkoers

De laatste zestig kilometer bieden mogelijkheden voor aanvallers. Van de eerste klim van Castelnuovo gaat de rit via Teolo (waar Pantani nog eens probeerde af te kicken) Rovolon en Bastia naar de klim van Crostara, een klim van vier kilometer. Op dertien kilometer van de finish is er nog een iets kortere klim alvorens in Vicenza te eindigen bij het Santuario Monte Berico met een slotkilometer tegen negen procent stijgingspercentage.

Finishplaats is Vicenza, een wielerstad. Tullio Campagnolo heeft er zijn imperium van fietsonderdelen opgebouwd. Het is ook de stad van oud-wereldkampioen Marino Basso die in 1972 de regenboogtrui veroverde ten koste van zijn landgenoot Franco Bitossi, die hij in de laatste rechte lijn brutaal voorbij reed.