Oranje dubbel in Roubaix junioren

De Nederlandse junioren maakten indruk vandaag in Parijs-Roubaix voor junioren. Het publiek zag twee oranje shirts het wereldberoemde Vélodrome in Roubaix opdraaien en Bram Welten winnen voor zijn landgenoot Pascal Eenkhoorn. De twee Nederlanders kregen de Belg Stan Dewulf mee op het podium in deze openingswedstrijd van de UCI Nations Cup.

De twee Nederlanders wisten zich op twintig kilometer van de meet nog omringd door de genoemde Belg, een Italiaan en een Fransman. De laatste twee werden door pech teruggeworpen, waarna de twee in oranje gestoken renners van de nationale selectie van de KNWU de Belg in de tang konden nemen. Na een aanval van Pascal Eenkhoorn was Dewulf gezien, maar sloot Welten voorin aan.  Als duo had men er de handen vol aan om de overgebleven concurrent voor te blijven, maar eenmaal op de piste was het gevaar geweken en moest alleen nog bepaald worden wie de zege zou boeken.  Dat werd Brabander Bram Welten.

Welten: ,,Dit is een droom die uitkomt. Ik voel me in mijn element op dit terrein, op het vlakke en op de kasseien. Dan hoop je op een mooi resultaat, maar dit was optimaal natuurlijk. Ik had vorig jaar ook al gereden en ervaren hoe bijzonder het was om het Vélodrome in Roubaix op te rijden, maar om hier te winnen is natuurlijk echt geweldig. We hebben er met z’n tweeën om gesprint, maar het was ook gewoon mooi om met een landgenoot naar de meet te rijden. We hebben een sterke wedstrijd gereden en konden het afronden.”

Ploegleider Piet Kuijs zat achter het duo met nummer dertien op de volgwagen van de KNWU. ,,Dat brengt me vreemd genoeg altijd geluk. Ik zat op het laatst te hopen dat ze maar niet lek zouden rijden en dat gebeurde gelukkig ook niet. De ploeg heeft ook in de breedte heel sterk gereden, met Marten Kooistra lang in een vlucht en eerstejaars Dennis van der Horst, die in de eerste grote groep wist te eindigen. De anderen hebben pech gehad, zoals zovelen in deze wedstrijd. Voor het Nederlandse wielrennen is dit een heel mooi resultaat, waar we trots op kunnen zijn. Op meer dan dit hadden we niet kunnen hopen.”