'UCI gaf Contador voorkeursbehandeling'

Net als Lance Armstrong kreeg ook Alberto Contador een voorkeursbehandeling van wereldwielerbond UCI, toen de Spanjaard in de Tour de France van 2010 positief testte op het verboden middel Clenbuterol. Dat blijkt uit het eerder vandaag (maandag) verschenen rapport van onderzoekscommissie CIRC.

Op 21 juli 2010 onderging Contador een dopingtest, die later positief bleek te zijn. De UCI stelde de meervoudig Tourwinnaar hier op 26 augustus van datzelfde jaar van op de hoogte. Twee dagen later vond er in Spanje een bijeenkomst plaats, waar de situatie uitgebreid werd besproken.

Dit gebeurde allemaal voordat er daadwerkelijk een procedure tegen Contador was gestart, iets wat volgens de CIRC een 'voorbeeld van slecht crisismanagement' is. De commissie vindt namelijk dat iedere renner in zo'n situatie dezelfde behandeling verdient. Dat was in het geval van Contador dus niet het geval. ,,De commissie heeft geen voorbeeld kunnen vinden dat dit vaker gebeurde", zo blijkt uit het rapport.

De Spaanse wielerbond sprak Contador begin 2011 vrij van dopinggebruik en accepteerde diens excuus dat de Clenbuterol via vervuild vlees in het bloed terecht zou zijn gekomen. De UCI en het WADA tekenden vervolgens beroep aan bij het CAS. Op 6 februari 2012 werd Contador alsnog voor twee jaar (met terugwerkende kracht) geschorst.