Column: Big start, Big deal?

De Ronde van Italië start in Noord-Ierland. En ja, dat is natuurlijk een beetje vreemd. ‘De Giro hoort in Italië, de Tour in Frankrijk en de Vuelta in Spanje.’ Het is een veelgehoorde klaagzang onder wielerfans. Die wil tijdens een Giro geen Hollandse wegen vol hindernissen zien, maar juist glooiende wegen met cipressen tot de horizon. Zich in Italië wanend. Ooit dacht ik ook zo, tot afgelopen voorjaar.

VerscheurdWant waar de Girostart in het Deense Herning mijn ogen twee jaar geleden niet kon openen - wat herinnert u zich daar nog van? - slaagde Noord-Ierland daar wel in. Een verkenning van de etappes liet een blijvende indruk achter, niet in de laatste plaats door het tomeloze enthousiasme van de Ieren. Altijd goedlachs, behulpzaam en ondernemend. Zij zien deze Big Start als hun poort tot de wereld. Het perfecte platform om het voorheen verscheurde land weer op de kaart te zetten. Die gedachte zorgt ervoor dat zelfs een ‘simpele’ doorkomstplaats als Larne een vuistdik draaiboek fabriceerde. Jong en oud wordt gemobiliseerd om Noord-Ierland de wereld in te slingeren.

Dat is dan ook de grote meerwaarde van deze buitenlandse start: Ierland als katalysator van de Giropromotie. De totale kosten van de Ierse Girostart mogen dan een slordige €4,8 miljoen bedragen, de opbrengsten worden geschat op £10 miljoen én een nieuwe positie op de wereldkaart.

Deze column verscheen in de Wieler Revue Giro-Special 2014