Eising: ‘Misschien ben ik wel een betere wegrenner’

Eising: ‘Misschien ben ik wel een betere wegrenner’

Tijmen Eising (22) is sinds augustus van het afgelopen jaar geen veldrijder meer, maar wegrenner bij Metec. Een besluit dat hij gedwongen moest nemen na een plotseling ontslag bij zijn veldritploeg Sunweb-Napoleon Games. ‘Een negatieve interne evaluatie’ beargumenteerde manager Jurgen Mettepenningen het besluit om Eising ondanks een contract tot eind 2014 de ploeg uit te zetten. ,,Nou, die heeft hij dan voor de spiegel gedaan!’’, zegt Eising in Wielersport 6, het ledenmagazine van de KNWU, over de interne evaluatie. ,,Hij alleen heeft deze beslissing genomen. Ploegleider Mario de Clercq zei voor het ontslag nog dat hij mij er juist graag bij wilde houden.’’

Meerdere voorzetten werden gegeven waaruit duidelijk werd dat de ploeg Eising liever kwijt dan rijk was. ,,In de zomer van 2013 brak ik mijn sleutelbeen. Desondanks besloot ik snel in competitie te gaan om ritme op te doen. Ik loste snel en werd uit koers genomen. Kort daarna moest ik op gesprek komen bij Jurgen. Hij was er klaar mee: ‘Of we komen er samen uit, of ik ontsla je’, zei hij letterlijk.’’

Eerder, vlak na het veldritseizoen in 2012, werd aan Eising gevraagd of hij niet beter wegrenner kon worden. ,,’Op de weg rijd je zo goed’, zeiden ze. Onder het mom van: We willen van je af. Voor mij was die achterliggende gedachte ook niet moeilijk. Toch besloot ik voor het veldrijden te gaan: Ik had een goed contract, had het naar mijn zin en kon – en kan – goed opschieten met mijn ploeggenoten.’’

In Wielersport 6 geeft Eising aan nooit problemen met Mettepenningen te hebben gehad.

Waarom ben je dan toch ontslagen?,,Ik vind het ook heel raar. Op het WK 2012 werd ik nog vierde. Als ik nou een grootverdiener was..., maar voor het bedrag waar ik voor fietste, hoef je niet iemand te ontslaan. ‘Je presteert te weinig’, zei Jurgen na het ontslag via een e-mail. Je bent bij Jurgen zo goed als je laatste wedstrijd, maar hij zegt ook altijd: ‘Wat jullie in de zomer doen, maakt niet uit; de winter telt. Daar worden jullie voor betaald.’ Als je dat altijd zegt, hoe kun je dan iemand na een wegwedstrijd ontslaan? Ik had mijn sleutelbeen gebroken. Vind je het gek dat ik gelost word?''

Hoe kijk je terug op je veldritcarrière?,,Een carrière wil ik het niet noemen. Ik heb nooit bij de profs gereden. Dat had ik heel graag gewild. Dat is het echte werk. Het veldrijden is niet gegaan zoals ik - en misschien ook anderen - had verwacht en gehoopt.’’Waar lag dat aan? De druk? Je werd in 2009 op indrukwekkende wijze wereldkampioen veldrijden bij de junioren en kreeg een contract bij Sunweb. Manager Jurgen Mettepenningen sprak zelfs over een ‘grote transfer’.,,Misschien had ik veel druk, ja. Na mijn wereldtitel werd ik als eerstejaars belofte direct kopman van de ploeg. Ik heb nooit in de schaduw van iemand kunnen fietsen. Het eerste jaar ging nog wel. Ik werd vierde in de Wereldbekerstand en zevende op het WK. Daarna is het er nooit meer van gekomen, ook door ziekten, blessures en de verandering van de parkoersen. Deze zijn in mijn nadeel geëvalueerd. Het is nu veel meer draaien en keren. Voor mijn lengte (Eising is 1.98 meter, red.) is dat een groot nadeel. Toen ik in 2009 wereldkampioen werd, waren er nog veel zware rondjes waar ik goed mijn vermogen kwijt kon.Misschien was ik ook wel een betere wegrenner dan veldrijder. Als junior won ik op de weg verschillende wereldbekerwedstrijden, werd zesde op het EK en als eerstejaars belofte werd ik in 2010 derde op het NK weg, achter huidige profs Tom-Jelte Slagter en Ramon Sinkeldam. Maar als junior werd ik wereldkampioen veldrijden. Dan word je in een hokje geplaatst: je bent wereldkampioen, dus je bent veldrijder. Maar misschien was dat wel helemaal niet zo.’’Waarom koos je dan niet voor de weg?,,Omdat alle Belgische veldritploegen voor mij in de rij stonden na de wereldtitel, koos ik toch voor het veldrijden. Ik had wel contact met de belofteploeg van Rabobank, maar tot het tekenen van een contract kwam het niet; ze wilden geen veldrijder in de ploeg.De eerste twee jaar combineerde ik het veldrijden met de weg omdat ik dat ook mooi vond. Daarna wilde ik veldrijder worden. De ploeg had zo op mij ingespeeld: je bent veldrijder, je bent veldrijder, dat ik zelf ook dacht dat ik veldrijder was.’’