Vincenzo Nibali: 'Wielrennen is een circus geworden'

'Wielrennen is een circus geworden.' Dat concludeert klimgeit Vincenzo Nibali in een interview met La Gazzetta dello Sport. De Italiaan is niet te spreken over het gedrag van sommige toeschouwers tijdens de voorbije Tour de France.

Alpe d'Huez
  • Vincenzo Nibali Vincenzo Nibali

Tijdens etappe 12 van de Ronde van Frankrijk, de koninginnenrit naar Alpe d'Huez, kwam Nibali hard ten val. Niet in een gevaarlijke afdaling, maar in de laatste kilometers bergop. Zijn fiets bleef op een druk stuk van de klim haken achter de draagriem van een camera. Het verdict: een gebroken ruggenwervel en ''flink wat financiële schade. Zeventig procent van de zichtbaarheid van een ploeg dankt men aan een succesvolle Tour de France'', zo vertelt de Haai van Messina. “Ik lag met enorme pijn op de grond. Het zou niet veel hebben gescheeld of ik zou helemaal niet meer kunnen bewegen”, blikt de klimmer terug. “Maar het ergste moment was toen ze me vertelden dat ik waarschijnlijk drie maanden nodig zou hebben om te genezen. Mijn mond viel open van verbazing.”

“Fietsen is een circus geworden'', zo oordeelt de Tourwinnaar van 2014. ''Er moeten fans zijn, maar zo gaat het de verkeerde kant op. Mensen drinken te veel en ze doen er alles aan om op tv te verschijnen. Met toeschouwers in het midden van de weg, vaak met vlaggen, rijden we zonder te kunnen zien, biddend tot de hemel dat de weg zich voor ons opent.'' Nibali voegt daaraan toe: ''Voelt het oké dat Chris Froome - en hij klaagt nooit - door een 'fan' geslagen wordt terwijl hij z'n werk doet?''

Nibali maakte afgelopen weekend bekend dat hij over twee weken aan de start van de Vuelta a España verschijnt. Niet als klassementsrenner, maar om zichzelf voor te bereiden op de WK wielrennen in het Oostenrijkse Innsbruck. De eerste trainingen in aanloop naar de Ronde van Spanje verliepen echter niet naar wens. “Helemaal kapot kwam ik thuis. Tijdens de test veroorzaakte de blessure geen ongemak, maar als ik een lange tijd in een vaste positie doorbreng, voel ik pijn.”