TOUR VANDAAG: Technische tijdrit

TOUR VANDAAG: Technische tijdrit

Volgens parkoersbouwer Jean-François Pescheux van ASO is het de zwaarste tijdrit die hij ooit uittekende voor de Tour de France, de 32 kilometer tussen Embrun en Chorges, de zeventiende etappe alweer. De etappe is bijzonder technisch, het gaat continu op en af. Geen pure klimtijdrit, maar zeker ook geen chrono voor de specialisten van de grote versnelling en liefhebbers van rechte wegen. Compleet anders dus dan de eerste tijdrit in deze Tour, van vergelijkbare lengte.

Er wordt gestart aan de westelijke oever van het Lac de Serre-Ponçon en het gaat vrijwel meteen omhoog. Stukken van tien en acht procent stijging wisselen elkaar af in de eerste zes kilometer. Daarna wacht een erg technische afdaling, met tal van scherpe bochten. Wie het parkoers niet verkend heeft, komt zeker voor onaangename verrassingen te staan. De tweede klim, richting Réallon, is minder technisch en voert over bredere wegen. Maar pas op twee kilometer van de streep in Chorges wordt de weg voor het eerst echt vlak en kan nog even de turbo er op bij de hardrijders.

Start/Finish:

Embrun wordt ook wel het 'Nice van de Alpen' genoemd, omdat het van de hele regio het aangenaamste klimaat heeft. Vaak zon en meestal droog, dus. Het stadje is jaarlijks decor van de Embrunman, die te boek staat als een van de zwaarste triatlons ter wereld: 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42 kilometer hardlopen. Onder meer de Col d'Izoard moet met de fiets bedwongen worden.

Chorges had de Tour nog nooit op bezoek. Het ligt vlakbij Lac de Serre-Ponçon, dat te boek staat als het grootste kunstmatige meer van Europa. Bij de Tour houden ze wel van tijdritten rond een meer. De meren van Madine, Vassivière en Annecy bijvoorbeeld werden al dikwijls aangedaan.