Fransen na twee jaar onderzoek: 'Geen bewijs voor mechanische doping'

De Franse autoriteiten melden dat ze hun zoektocht naar mechanische doping begin dit jaar hebben stopgezet. De Fransen hebben dit onderzoek gesloten, simpelweg omdat ze tijdens het twee jaar durende onderzoek geen aanwijzingen hebben gevonden voor mechanische doping.

Nieuws Tom Akkerman

In 2016 had de Belgische veldstrijdster Femke Van den Driessche de twijfelachtige primeur. Tijdens het WK veldrijden van dat jaar werd er een motortje in haar fiets ontdekt. Later werd er nog eens een 42-jarige amateur betrapt op mechanische doping. Dat was in oktober 2017. Echter, op hoog niveau werd er niemand meer betrapt.

In Frankrijk gaf men aan mechanische doping toch te gaan onderzoeken. De zaak is nu echter gesloten, meldt l'Équipe en ook de UCI heeft haar partnerschap met de Franse commissie voor Atoomenergie beëindigd. Wat moet de UCI met een Atoomagentschap? De Fransen hebben kleine thermische scanners ontwikkeld om motoren te detecteren. Het plan was aanvankelijk om deze scanners op alle fietsen te monteren. Dit werd in 2018 door UCI-president David Lappartient aangekondigd, maar de kosten hiervoor bleken te hoog. Daarom hield de UCI vasthouden aan het gebruik van tablets.

Cookson

Als onderdeel van het onderzoek hebben de Franse autoriteiten Istvan Varjas, een Hongaar die de uitvinder van de motortjes zou zijn, ondervraagd, maar ze hebben verschillende hoge functionarissen binnen de UCI niet gehoord. Wel werd fysioloog Pierre Sallet geraadpleegd. Sallet stelde in 2018 een rapport op waarin hij z'n zorgen met betrekking tot mechanische doping uitte. Hij uitte toen ook kritiek op de UCI. Het onderzoek werd begeleid door Jean-Christophe Péraud, de nummer twee van de Tour van 2014.

Brian Cookson, de voorganger van Lappartient, reageert op Twitter cynisch. Hij was als voorzitter een voorstander van extra testen op mechanische doping.

Nieuws
  • Cor Vos
Bekijk het originele bericht