Dit zijn de startgelden die Mathieu van der Poel, Wout van Aert en de rest krijgen in het veldrijden
Er is een hoop reuring omtrent de startgelden in het veldrijden. Hier vind je wat duiding en de bedragen die de verschillende renners per cross krijgen.
In het veldrijden verkrijgen de crossers een deel van hun inkomsten uit startgelden. Door de coronacrisis en een nieuw systeem waarbij de startgelden deels worden gebaseerd op de UCI-rangschikking is er een hoop veranderd in de bedragen die de renners en rensters krijgen - voor een hoop te nadele.
Voor de crossorganisators betekent het dat ze ongeveer de helft minder kwijt zijn aan startgelden. Zeker gezien corona - en dus het gebrek aan entreegelden - was dat een must. Ook zonder corona was het voor veel organisatoren overigens op de lange termijn niet meer op te brengen om de startgelden van vorig seizoen uit te keren.
De Belgische krant Het Nieuwsblad wist de hand te leggen op de tarieven van dit seizoen van de verschillende crossers en wat ze vorig jaar kregen. Hieronder vind je de bedragen in een overzicht. Hou daarbij in het achterhoofd dat de nummer 1 t/m 3 van de UCI-ranking sowieso 1000 euro krijgen, de nummer 3 t/m 10 aflopend 300 tot 500 euro en de nummers 11 t/m 25 150 euro. Daarbovenop kunnen de managers van de renners nog een bijkomend bedrag onderhandelen. (En dit geldt niet voor de wereldbekercrossen, daar zijn geen startgelden)
De grote twee: Van der Poel en Van Aert
Uiteraard steken Mathieu van der Poel en Wout van Aert er ook qua startgelden bovenuit; de twee dragen de cross. De crossen die Mathieu van der Poel en/of Wout van Aert (hier een overzicht met welke dat zijn) moeten dus diep in de buidel tasten: 10.000 euro voor ieder. Dat is ongeveer evenveel als de afgelopen jaren - en dat bedrag zou normaal omhoog zijn gegaan, gezien hun exposure op de weg.
De rest
'The best of the rest' is Eli Iserbyt. De kleine Belg gaat er als enige op vooruit in vergelijking met vorig seizoen. In plaats van 1400 euro vorig seizoen krijgt hij nu 2500 euro. Laurens Sweeck houdt gelijke tred en krijgt 2000 euro. Dat is hetzelfde bedrag als Toon Aerts, maar die kreeg vorig seizoen nog 6000 euro bijgeschreven per cross. Net als bij Michael Vantourenhout (nu 1250 euro, vorig seizoen 2500) en Tim Merlier (nu 500 euro, vorig seizoen 1500 euro) een forse daling.
Ook de Nederlanders leveren flink in: Lars van der Haar ontvangt nog 'maar' 1000 euro in plaats van de 2750 euro die hij vorig jaar kreeg. Corné van Kessel moet het met 850 euro minder doen (van 1350 naar 500) en David van der Poel moet z'n broertje maar even om een extra zakcentje vragen, want hij krijgt nog maar 250 euro.
Opvallend
Waar veel gevestigde namen het dus met minder startgeld moeten doen, komt Thibau Nys met stip binnen. De eerstejaars belofte heeft nauwelijks UCI-punten, maar de naam Nys - en z'n uitstekende prestaties bij de junioren uiteraard - is voldoende voor een startgeld van 400 euro.
De vrouwen
Wat betreft de dames zijn er geen exacte startgelden bekend, maar voor hen gelden ook de bedragen die de heren krijgen op basis van de UCI-ranking. Daarnaast hebben de verschillende crosssklassementen de afgelopen jaren een flinke inhaalslag gemaakt op het gebied van gelijke beloning in het prijzengeld en krijgen de vrouwen nu vaak net zoveel prijzengeld voor hun geploeter in de modder als de mannen.
- Cor Vos