WK-verhalen Johan van der Velde: ‘Ik heb in 1985 nooit gedacht: daar gaat mijn kans’

Johan van der Velde zag Joop Zoetemelk in 1985 van dichtbij wereldkampioen worden. Een van de mooiste momenten uit zijn loopbaan.

WK Tim Beck

“Ik was niet bovengemiddeld bezig met het wereldkampioenschap. Je had heel het jaar door wedstrijden en ik leefde van koers naar koers. Wel wilde ik er uiteraard graag bij zijn. Ik werd altijd geselecteerd, omdat ik veelzijdig was als renner. Ik kon zelf winnen, maar vond het ook niet erg om me weg te cijferen voor iemand anders."

"Het eerste wereldkampioenschap dat ik reed was in 1978. Op de Nürburgring kroonde Gerrie Knetemann zich tot wereldkampioen. Het regende en het was heel de dag op en af. Het werd een slijtageslag en volgens mij finishten maar iets meer dan dertig renners. Ik had veel werk verzet voor Gerrie en kwam als een van de laatsten binnen.”

“De Kneet was een winnaar en kon heel gefocust naar een kampioenschap toeleven. Hij heeft in Duitsland laten zien hoe sterk hij was. Voor mezelf voelde het bijna als een eigen overwinning. Ik was nog jong en vond het prachtig om mijn land te vertegenwoordigen. De mannen waarvoor ik reed waren ouder dan ik en hadden hun sporen verdiend in de wielerwereld. Natuurlijk keek ik tegen hen op. Ik stel mezelf altijd nederig op en dat was toen niet anders. Ik had weliswaar de Ronde van Romandië en Ronde van Nederland gewonnen, maar ten opzichte van mannen als Knetemann, Zoetemelk, Raas en Kuiper had ik weinig recht van spreken.”

In het wiel van Hinault op het WK 1981

Moreno Argentin

“Ik gaf me ogen de kost en luisterde goed naar hen. Dat heeft me beter gemaakt. Ze hamerden er bijvoorbeeld altijd op om van voren te zitten, want achter was niets te zien. Met al die grote namen in de ploeg moesten goede afspraken gemaakt worden, maar in de koers zelf werd vanzelf duidelijk wie de beste benen had. In 1979 was het wereldkampioenschap in eigen land, op de Cauberg. Het was zwaar en vooraf leek Jan Raas geen favoriet. Jan kennende zal hij daar zelf niet zo over hebben gedacht, want Jan ging het puur en alleen om de overwinning. En hij flikte het.”

"Ten opzichte van mannen als Knetemann, Zoetemelk, Raas en Kuiper had ik weinig recht van spreken."

Johan van der Velde

“Zelf ben ik nooit aangewezen als absolute kopman, maar in 1985 was ik wel een beschermde renner. Ik verkeerde in goede conditie en had die dag een mooie kans om wereldkampioen te worden, maar uiteindelijk zie je dat een wielerkoers vaak anders loopt dan je vooraf denkt. Joop Zoetemelk sloop ervandoor in de slotfase en werd op zijn 38ste wereldkampioen. Het betekende de kroon op zijn werk. Na afloop zei ik bij de NOS dat ik net zo blij was als Joop zelf. Ik heb eigenlijk nooit gedacht: daar gaat mijn kans. Het was Joop hartstikke gegund om eens wereldkampioen te worden.”

“Samen met Gerard Veldscholten was ik belangrijk op het einde. Joop reed weg en in de achtergrond keken ze naar elkaar. Het was belangrijk dat Gerard en ik zijn vlucht zouden beschermen. Ondanks dat we ons daarmee niet geliefd maakten. Ik kan me herinneren dat ze niet blij waren met ons, maar dan hadden ze maar met Joop mee moeten gaan. Zeker Moreno Argentin ergerde zich, want die wilde dolgraag wereldkampioen worden in eigen land. Ik weet niet precies wat hij zei, maar het was in elk geval niet positief.”

Lees ook: WK-verhalen Jan Janssen: ‘Als wereldkampioen kun je nooit eens 55ste worden’

Dit verhaal met Jan Janssen verscheen in de WK-special van vorig jaar. Daarin spraken we ook met Jan Janssen, Steven Rooks en Tom Leezer.

WK
  • Cor Vos
Bekijk het originele bericht