Goudeerlijke Oliver Naesen: 'Kom ik in de supermarkt dan beeld ik me in dat mensen me aankijken en denken: 'Daar is hij, de zwakkeling''

Naesen doet zijn verhaal in de nieuwste Bahamontes. "Het hele peloton weet wat je moet doen om rap te rijden: professioneel trainen, gezond eten en veel rusten. Maar hoe komt het dat drie renners die tijdens inspanningstesten in het labo exact dezelfde waarden trappen, toch heel uiteenlopende uitslagen rijden?"

"Waarom wint die ene tien koersen per jaar, en die twee anderen niet? Dat ligt aan wat er in het kopje zit: koersverstand, zelfvertrouwen, durf, schrik, hoeveel pijn je die dag kunt verdragen..."

Als voorbeeld roemt Naesen absolute toppers als Wout van Aert, Mathieu van der Poel en Julian Alaphilippe. "Het valt me telkens op hoe kapot Mathieu soms over de streep komt. Ook Van Aert en Alaphilippe moeten vaak op het asfalt gaan liggen met een borstkas die op en neergaat als een trampoline. Die mannen kunnen veel dieper gaan dan de meeste andere renners. Als ik mijn lichaam zo ver drijf, zou ik krampen tot achter mijn oren krijgen."

Lees ook: Naesen: 'Hoe moet je Van der Poel en Van Aert in godsnaam aanvallen?'

Het seizoen 2021 was er voor Naesen eentje om snel te vergeten. In zijn geliefde voorjaar kwam hij er niet aan te pas. Een van de redenen is dat hij te weinig rust genomen heeft in zijn loopbaan. "Ik was altijd fan van 70 à 80 koersdagen per jaar, maar die tijd is voorbij. Na het voorjaar gooien de meeste kopmannen de riem er minstens twee weken af. Ik bleef fietsen, omdat ik ook in de Vierdaagse van Duinkerken een goede uitslag wilde rijden."

"Maar zo blijf je bezig en verzand je in een permanente staat van vermoeidheid en middelmatigheid. Voortaan wil ik minirustperiodes inlassen tijdens het seizoen. Zo hoop ik mentaal en fysiek frisser te zijn in grote koersen. Ik heb voor het eerst in jaren een break van zes weken genomen. Vroeger bleef ik trainen, omdat ik mijn niveau niet durfde te laten zakken. Zo kreeg mijn lichaam nooit eens rust."

De voormalig-kampioen van België denkt ook dat de vele media-aandacht invloed heeft op de mentale gesteldheid van renners. "Door sociale media blijft die mallemolen maar draaien. Dat heeft al slachtoffers gemaakt. Als ik slecht rijd, moet ik me echt afsluiten voor die negativiteit. Ik heb dan last van zwarte gedachten. Kom ik in de supermarkt dan beeld ik me in dat mensen me aankijken en denken: 'Daar is hij, de zwakkeling.'"

Naesen stelt dat het zelfs invloed heeft op het koersverloop. "Er leeft een schrik om af te gaan op tv. Koersen is jezelf helemaal blootgeven. Sommige renners worden liever ongezien 25ste dan het risico te lopen om te moeten lossen op tv. Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat ik in een mindere dag soms ook blijf zitten als de grote kleppers gaan. Uit schrik om er nadien nog te worden afgereden op tv."