Het bijzondere verhaal van nieuwe geletruidrager Richard Carapaz: 'Soms moest ik de bergen in met een fietsje zonder banden'
Richard Carapaz heeft op de derde dag de gele trui overgenomen van Tadej Pogacar.
In 2023 sprak Wieler Revue uitgebreid met Richard Carapaz over zijn weg naar de top. Een weg met de nodige hobbels, want als Ecuadoraan is het geen sinecure om door te breken op het hoogste niveau. Hieronder vind je een deel van dat interview.
De familie Carapaz komt uit El Carmelo. Een dorpje in het Andesgebergte gelegen in de regio Carchi in het noorden van Ecuador. Zijn vader was vijftien jaar lang vrachtwagenchauffeur en verdiende de kost met het vervoeren van koffie naar Colombia.
Later keert hij terug naar de roots van de familie: het boerenleven. Vader verdient geld met de verkoop van onder meer melk, vleeskippen en aardappelen. Een geplaveide weg naar de wielertop is het niet geweest voor Carapaz, want veel geld is er niet in zijn jeugd. "Het boerenleven in Ecuador kan behoorlijk zwaar zijn", legt hij uit.
"In Ecuador heb je niet zoals in Europa vier seizoenen. Het is niet zo afgebakend als in Europa. De ene dag kan het regenen en acht graden zijn, terwijl het de dag erop 25 graden is. Het klimaat verschilt per dag. Met het veranderende klimaat zal het niet beter worden, maar in principe zijn wij die verschillende weersomstandigheden al gewend in Ecuador."
Boerenleven
Vanaf jonge leeftijd helpt Carapaz mee op het land. Als hij twaalf is, wordt bij moeder Ana Luisa kanker vastgesteld. Zijn moeder geneest, maar Carapaz maakt logischerwijs een zware periode door. Hij staat zijn vader bij op het land om het gezin te voorzien in het levensonderhoud. Een bestaan als profwielrenner is op dat moment heel ver weg.
"Ik werkte op het land uit pure noodzaak, het was verplicht. Ik heb het vak op jonge leeftijd geleerd van mijn vader en opa. Ik wil benadrukken dat ik graag hielp, maar het was niet voor mijn plezier of ter ontspanning. Als ik terugkeer naar Ecuador dan help ik nog steeds weleens op het land."
"Het doet me denken aan de mooie momenten uit mijn jeugd. Wat ik deed? Ik hielp met van alles. Met het melken van koeien, maar ook met het voeren van andere dieren. Verder het grasmaaien, hooien of repareren van hekwerken. Eigenlijk allerlei diverse dingen die je op het land kunt doen."
Dicht bij de grens met Colombia en de vele oerbossen aldaar maken van het noorden van Ecuador een gewilde plek voor guerrillagroeperingen. Het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor de regio waaruit Carapaz afkomstig is, is negatief. In gesprek met Rouleur vertelde Carapaz dat zijn vader in het verleden twee keer is opgepakt door gewapende Colombiaanse groeperingen en dat hij als kind gewend raakte aan bomaanvallen van de FARC.
Toch ervaart Carapaz de regio tegenwoordig als rustig. "Waar ik vandaan kom, daar gebeurt weinig. Het is een klein dorpje. Over de gehele regio wonen misschien tachtigduizend mensen. In de bergen ben je ver van elkaar verwijderd en heerst rust. Waar ik woon zijn dus geen problemen. Als je naar de stad gaat, moet je inderdaad wél goed opletten wat je doet."
Wielrennen
Als kind raakt Carapaz in de ban van de fiets. Samen met vissen is het zijn favoriete bezigheid in de vrije uren die hij heeft. Het zijn voor Carapaz manieren om te ontspannen en niet te denken aan de noeste arbeid op het land of de ziekte van zijn moeder. "Al zag ik fietsen zelf niet als afleiding, hoor. Ik voelde mijn hele leven al een connectie met de fiets. In het begin fietste ik ook helemaal niet met de gedachte om prof te worden."
"Het was een hobby en ik wist ook helemaal niet van het bestaan van profwielrennen af. Later in mijn jeugd kreeg ik door hoe het in elkaar zit. Op mijn zevende kreeg ik een mountainbike, maar die werd gestolen. Vervolgens kreeg ik een fietsje zonder banden."
"Daar heb ik een paar jaar mee gedaan, maar dat zag ik meer als speelgoed. Daarmee heb ik uiteraard nooit serieus gekoerst. Ik ging nooit ver ermee van huis, maar ja: in Ecuador zijn weinig vlakke wegen en dus moest ik weleens de bergen in met dat fietsje zonder banden."
Marco Pantani
Als Carapaz ontdekt wordt, heeft hij weer een normale fiets. Wijlen Juan Carlos Rosero, ex-prof en de tot dan toe beste Ecuadoriaanse wielrenner ooit, is een wielerclub gestart in de regio Carchi. Hij gaat scholen af op zoek naar talent. Op de dag dat Rosero langsgaat bij de school van Carapaz, is die laatste afwezig. Het melken van de koeien loopt uit en naar school gaan heeft geen zin meer.
Een klasgenoot vertelt over Rosero en uiteindelijk voegt Carapaz zich samen met tussen de vijftig en zestig anderen bij de club van Rosero. Al haken velen af in de weken die volgen. "Dat was in 2009. Bij de wielerclub van Rosero leerde ik de eerste koersen kennen, kreeg ik een nieuwe fiets en kleding.
"Ik hoorde van de Giro d’Italia, Tour de France en Vuelta a España, en ben de wielersport gaan volgen. Ik had geen voorbeeld, want daarvoor had ik niet genoeg kennis van de sport. Maar onze trainer had het altijd over Marco Pantani. Hij sprak met hele mooie woorden over hem."
- Cor Vos