Schaatser Jenning de Boo zou ook in baanwielrennen geen modderfiguur slaan: 'Ben aan de lange kant, maar lijkt me leuk om eens te proberen'

Het is al vaker voorgekomen: schaatsers die zijn gaan baanwielrennen. De Canadese Clara Hughes deed het in het verleden, terwijl in Nederland Laurine van Riessen en Jan Bos bekende voorbeelden zijn van atleten die de stap van schaatsen naar baanwielrennen zetten.

De Boo baanambities?

In 2022 liet ook Jutta Leerdam al eens optekenen dat ze met een schuin oog naar baanwielrennen keek. "Ze zeggen dat ik misschien een keer moet gaan baanwielrennen. Ik heb het wel eens overwogen, maar ik weet niet of ik sturen zo leuk vind. Het lijkt een afgrond naar beneden. Misschien ooit, maar dan wil ik ook meteen aan de Olympische Spelen meedoen."

Wie fysiek ook geen modderfiguur zou slaan op de baan: Jenning de Boo. In de podcast van Schaats Inside gaat hij in op zijn prestaties in fietstesten. "Op de wattbike had ik onlangs een persoonlijk record", begint hij zijn verhaal. "Die testen doen we bij de krachttraining, we hebben daar ook een fiets staan."

Harrie Lavreysen

De piekwattages die hij wegduwt liegen er niet om. "Ik haalde een piekvermogen van zo'n 2400 watt." Om een beeld te geven: Harrie Lavreysen heeft een piekvermogen van 2680 watt. Bij Team Reggeborgh zou De Boo op de fiets ook alle bordjessprints winnen. Niet gek met zoveel kracht in je benen.

De goede test viel ook op bij de baanselectie. Daan Kool, sprinter in de nationale selectie, reageerde op De Boo. "Ik kreeg een appje waarin hij schreef: moet jij niet een keertje met ons meetrainen? Die gasten trappen nog wel iets meer, maar die doen ook drie keer per week krachttraining. Dat zijn beren van gasten, maar 2400 watt is ook wel echt hoog, ja."

Toch ziet hij zich niet meteen overstappen. "Ik heb niet helemaal de bouw van een baanwielrenner. Ik ben namelijk wel enigszins aan de lange kant. Maar het lijkt me wel leuk om eens een keer te proberen."