Renners waren gewend om over asfalt en misschien af en toe over kasseien te rijden. Dat de renners in de voorlaatste Giro-etappe over de deels onverharde Colle delle Finestre moesten, was nieuw. Althans, voor de renners toen. Het deed denken aan lang vervlogen tijden, aan Coppi en Bartali. Een band om je schouders knopen en gaan!
De essentie van wielrennen is natuurlijk om zo snel mogelijk van A naar B te fietsen. Wie als eerste zijn wiel over de meet drukt is de winnaar, ingewikkelder wordt het niet. Voor Girobaas Angelo Zomegnan was die beredenering veel te eenvoudig. De Colle delle Finestre zou een prachtige knipoog naar het verleden zijn en een nieuw hoofdstuk aan de de toch al rijke geschiedenis van de Giro d’Italia toevoegen. Dat had overigens nog wel enige voeten in de aarde. De klim en de afdaling waren niet meer dan een kiezelpad. Daarom werden de eerste 11 van de 18 kilometer bergop en de complete afdaling geasfalteerd. Niet om de inwoners bij een bestemming te laten komen, maar om de doodeenvoudige reden om er een koers overheen te laten gaan. De Monte Zoncolan was een paar jaar eerder ook al opgeknapt voor de koers. Compleet logisch toch?
In 2005 werd de Finestre dus voor het eerst in het Giro-parkoers en het was meteen een schot in de roos. De laatste etappe zou niet meer dan een sprintersbal worden, waarvan je op voorhand al wel kon voorspellen dat Alessandro Petacchi winnaar zou zijn. De voorlaatste etappe, met de Finestre en finish bergop in Sestriere, zou dus wel eens allesbeslissend kunnen zijn voor het klassement. En dan er was ook nog de invoering van de ProTour, die er voor zorgde dat grote teams als CSC, Liberty Seguros en Discovery Channel aan de start stonden. Alles zat mee!
Na de elfde etappe leek CSC-kopman Ivan Basso de beste papieren te hebben om deze Giro te gaan winnen. Oké, de etappe werd gewonnen door Paolo Savoldelli, die als enige het wiel kon houden, maar Basso pakte wel de roze trui en op papier was hij de betere klimmer. Drie dagen later zag de wereld er ineens heel anders uit, want Basso kreeg te maken met maagproblemen. In de dertiende etappe moest hij al een minuut toegeven en in de veertiende etappe ging het van kwaad tot erger met de Italiaan: meer dan 40 minuten na de favorieten kwam hij over de finish, bijgestaan door enkele ploeggenoten. Basso vertikte echter om af te stappen en dat was maar goed ook. Na een paar dagen was hij hersteld van het malheur en wist hij zelfs nog twee etappes te winnen. Het kan verkeren, zei Bredero ooit.
Kapers op de kust
Savoldelli reed inmiddels in het roze, maar er waren genoeg kapers op de kust. Danilo di Luca volgde niet ver, maar het grootste gevaar kwam van Gilberto Simoni. Gibo had de Giro al tweemaal gewonnen, maar moest in 2004 genoegen nemen met een tweede plek achter zijn jonge ploeggenoot Cunego. Simoni was op jacht naar eerherstel, zoveel was duidelijk. In de etappes die volgden wist Simoni bergop tijd goed te maken, terwijl Savoldelli in de tijdrit juist weer uitliep. En dan was er nog de verrassend sterke José Rujano. De kleine Venezolaan was stevig leider in het bergklassement en volgde op 3 minuten, terwijl Simoni een achterstand van iets meer dan twee minuten had. Een allesbehalve geruststellende voorsprong voor Savoldelli, wetende dat het trio Simoni, Rujano en Di Luca bergop veel sterker was. De laatste bergetappe was ook nog eens loodzwaar. Eerst de lange klim naar Sestriere, vervolgens de moordende Finestre en tenslotte finish bergop, weer in Sestriere.
Na de eerste passage in Sestriere was er nog geen vuiltje aan de lucht voor Savoldelli. Sergej Ivanov en Grischa Niermann reden voor de grote meute uit. Degelijke renners natuurlijk, maar op geen enkele manier gevaarlijk voor het klassement of de etappezege natuurlijk. Na iets minder dan 150 kilometer koersen doemde dan eindelijk de gevreesde Finestre op. Een klim die geen genade kent voor Savoldelli. De ploegmaats van Rujano leggen er meteen een hoog tempo op. De roze trui moet lossen! Al snel blijven alleen nog Rujano, Di Luca en Simoni over.
Halverwege de klim rijdt die laatste virtueel in het roze, wat voor hem het sein is om ook vol mee te draaien. Rujano ziet sterretjes, maar kan nog volgen. Savoldelli paniekeerde niet en bleef zijn eigen tempo rijden. Op de top had hij iets minder dan tweeënhalve minuut achterstand op het leidende trio. Bergop was hij dan wel de mindere, de afdaling was zijn terrein. Niet voor niets werd Savoldelli Il Falco genoemd. Hij stond bekend als één van de beste dalers van het peloton, zo niet de beste. Als een valk stortte Savoldelli zich naar beneden, terwijl Di Luca en Simoni juist inhielden om Rujano niet te lossen. Ze zouden hem op de slotklim misschien nog nodig hebben… Voor Di Luca zou het echter zover niet komen. Kramp zorgde ervoor dat hij de andere twee moest laten gaan.
Beperkingen en krachten inschatten
Il Falco had in de afzink aardig wat volk opgeraapt en zag zich verzekerd van de diensten van het Lotto-duo Ardila en Van Huffel. Dat was toch wel wat opmerkelijk, aangezien Savoldelli voor Discovery Channel reed. Zou hij de portemonnee hebben getrokken of was het een ultieme poging van Ardila om nog over Di Luca te wippen? Hoe dan ook, het kwam Savoldelli niet ongelegen. Vooraan kon Simoni het tempo van Rujano niet volgen, waardoor de Venezolaan de etappezege pakte. Vanaf dat moment was het nagelbijten en aftellen. Zou Savoldelli op tijd binnen zijn om het roze te behouden? Het antwoord was ja. Gesteund door een groepje renners die allen braaf hun kopbeurten deden kwam Savoldelli iets minder dan twee minuten na Rujano over de meet. Genoeg om Simoni en Rujano op respectievelijk 28 en 45 seconden te houden. Niet vaak kende de Giro zo’n spectaculaire ontknoping.
Of het door Savoldelli zijn daalkwaliteiten of juist door de hulp van het Lotto-duo kwam is moeilijk te zeggen. Laten we het op een combinatie van beide houden. Maar wat als Di Luco en Simoni niet op Rujano wachtten? En bleef Rujano niet te lang bij Simoni op de slotklim? Hoe dan ook, Savoldelli won die Giro omdat hij zijn beperkingen en krachten perfect in wist te schatten. Hij hield het hoofd koel, ondanks dat die dag hem naar eigen zeggen een paar jaar van zijn leven had gekost.
Het was Savoldelli zijn tweede Girozege, want hij was in de Giro van 2002 ook al de beste. In juli 2005 stond hij Lance Armstrong bij in diens jacht naar een zevende Tourzege. Daarbij wist Savoldelli persoonlijk succes te behalen. Hij won de zeventiende etappe van Pau naar Revel. In zowel 2006 als 2007 won Savoldelli nog een etappe in de Giro. Bovendien werd hij in 2006 vijfde in het eindklassement en winnaar van het combinatieklassement. De Colle delle Finestre is sinds 2005 nog drie keer bezocht door de Giro d’Italia. Twee jaar terug voor het laatst, toen Chris Froome wegreed bij Tom Dumoulin en na een magistrale solo van 80 kilometers het roze pakte.
Een groot deel van de etappe staat op YouTube
Online onbeperkt lezen en Wieler Revue thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Cor Vos