Na iets meer dan een etmaal kwam de Brit George Pilkington Mills als eerste over de finish, ruim anderhalf uur voor de nummer twee. Het was de opmaat voor wat lange tijd een prestigieuze klassieker zou zijn. Toch staat Bordeaux-Parijs al meer dan dertig jaar niet meer op de kalender.
Officiële criteria om een wedstrijd als klassieker te bestempelen bestaan niet en deze term is ook aan interpretatie onderhevig. Zo maakt de UCI alleen onderscheid tussen eendagkoersen en etappekoersen. Er wordt wel een classificatie aan een koers gehangen, maar een overwinning in Parijs-Roubaix wordt veel hoger aangeslagen dan in bijvoorbeeld de GP de Montréal, terwijl het beide WorldTour koersen zijn. Het zal de combinatie van anciënniteit, het parkoers en de erelijst zijn die een koers een bepaalde status geeft. De Strade Bianche bijvoorbeeld mist de historie, maar het parkoers met gravelstroken, de finish op Piazza del Campo en de niet misselijke erelijst geven de koers wel status. Dat het kan verkeren blijkt uit het feit dat de Waalse Pijl langere tijd belangrijker werd gevonden dan Luik-Bastenaken-Luik en dat de Ronde van Vlaanderen voor de oorlog eigenlijk als een soort trainingskoers werd gezien. De term klassieker is soms redelijk ongrijpbaar.
Terug naar Bordeaux-Parijs, want dit was een uitzonderlijke wedstrijd en wel om twee redenen. Ten eerste de krankzinnige afstand van ongeveer 600 kilometer. Een logisch gevolg van het feit dat Bordeaux en Parijs niet om de hoek liggen van elkaar. De tweede reden was dat de coureurs gegangmaakt werden. In eerste instantie door andere renners die als hazen fungeerden, vervolgens door tandems, motoren en zelfs auto’s. Uiteindelijk maakten al deze manieren van gangmaken plaats voor derny’s. Overigens werden de coureurs niet de hele koers gegangmaakt, maar ‘slechts’ de laatste 300 kilometer.
De eerste Bordeaux-Parijs werd georganiseerd door het weekblad Le Véloce-Sport. Dit blad bestond van 1885 tot 1897 en publiceerde, zoals de naam al doet vermoeden, vooral over fietsen. Toen de redactie van Bordeaux naar Parijs verhuisde besloot men dit heuglijke feit te vieren met een krankzinnig lange wedstrijd. Het moet een helse onderneming geweest zijn. Van de achtentwintig gestarte renners haalden er 18 de finish in Parijs. De laatste renner die binnenkwam had een achterstand van vijf dagen, maar werd vanwege die achterstand niet in de uitslag opgenomen. Overigens beweest Mills toen al dat wielrennen niet alleen een kwestie van hard trappen, maar ook van goed nadenken was. Hij had zelf gezorgd voor ravitaillering en kon er op die manier van onderdoor muizen.
Om Bordeaux-Parijs uit te rijden, laat staan te winnen, moest je van goede huize komen. Het blijkt uit de erelijst, waar wereldkampioenen als Jan Janssen, Louison Bobet, Tom Simpson op prijken. Recordwinnaar is Herman Van Springel, hij won de koers maar liefst zeven keer.
Bijna honderd jaar Bordeaux-Parijs heeft ons een schat aan verhalen nagelaten en gelukkig is een deel van deze verhalen opgeschreven, zodat de koers in onze herinneringen zal blijven voortbestaan. Het strafste verhaal staat misschien wel op naam van Jacques Anquetil. Maître Jacques won de koers in 1965 maar niet nadat hij daags voordien de loodzware slotetappe en het eindklassement Dauphiné Libéré op zijn naam had gezet. De Dauphiné zal zo rond het eind van de middag gefinisht zijn. Om half twee ’s nachts startte Bordeaux-Parijs. Anquetil had slechts enkele uren om naar Bordeaux af te reizen, een beetje uit te rusten en zich voor te bereiden. Ondanks de start in het duisternis, het slechte weer en de vermoeidheid weet hij Jean Stablinski en Tom Simpson met iets meer dan een minuut verschil te verslaan.
Naarmate de jaren verstreken lieten de grote namen de koers steeds meer links liggen. Binnen het moderne wielrennen was het voor de coureurs bijkans onmogelijk om zich goed voor te bereiden op een koers van 600 kilometer. Deze tanende interesse van de vedetten zorgde ervoor dat de publieke belangstelling en de status van de koers afnamen. Jean-François Rault was in 1988 de laatste winnaar, inmiddels alweer 31 jaar geleden. Met het verdwijnen van deze oerklassieker is één van de laatste stukjes prehistorie van de wielersport gestorven.
Online onbeperkt lezen en Wieler Revue thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Cor Vos