Cees Bol maakte vorig seizoen zijn debuut in de Tour de France, maar de selectie van de geboren Zaandammer in 2019 was vooral een last-minute beslissing aangezien de Tourploeg rondom de geblesseerde Tom Dumoulin uit elkaar viel. De keer dat Bol bij zijn debuut voor eigen rekening mag rijden wordt hij achtste. “Vorig jaar ging ik vooral om te leren en ervaring op te doen”, vertelt Bol tegen Wieler Revue. “Er was me vooraf duidelijk gemaakt dat het niet zeker zou zijn of ik voor eigen kans zou mogen rijden, want met Matthews hadden we nog iemand in huis voor de sprints. Dit jaar is het honderd procent duidelijk dat mijn kaart wordt getrokken in de etappes die in een sprint zouden kunnen eindigen. Ik weet niet of dat een makkelijke keuze is geweest voor de ploeg, maar zelf heb ik al snel aangegeven dat de Tour mijn voorkeur genoot.”
Bol is namelijk een sprinter die het in zich heeft om ook goede resultaten te boeken in de keienklassiekers. En de combinatie Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix met de Giro of Vuelta is dit jaar praktisch onmogelijk. “Dat maakte het makkelijker voor me om de Giro en Vuelta ook dit jaar links te laten liggen. Ik heb die rondes nooit gereden en objectief gezien is de Tour ook gewoon de belangrijkste koers in onze sport. Het is de populairste koers, het heeft de hoogste kijkcijfers. Dat zijn zaken waarmee je je als renner niet altijd bezighoudt, maar ik heb bij mijn eerste deelname geen hekel gekregen aan de stress in de Tour. Soms hoor je renners die de Tour door de chaos liever niet rijden, maar op dat vlak heb ik geen enkele negatieve ervaring gehad bij mijn debuut.”
Voorafgaand aan de Grand Départ van 2019 in Brussel wordt Bol bijgepraat door zijn ervaren trainingsmakkers van de Noord-Hollands Best-groep, waar onder anderen Niki Terpstra, Laurens ten Dam en Ramon Sinkeldam deel van uitmaken. “Mijn ervaring met de Tour was precies wat ik van iedereen had gehoord. Wat dat betreft werd ik niet compleet verrast, maar het blijft overweldigend om zoveel media en publiek bij een koers te zien. Daarbij is het niveau hoger dan in andere koersen, want iedereen verkeert in topvorm. Dat alles maakt het imponerend en zorgt ervoor dat je je ondanks de gesprekken vooraf niet echt kunt instellen op hoe de Tour gaat zijn.”
De Tour de France is tenslotte uniek in zijn soort. De Tour is voor jonge wielerfans over het algemeen de reden om wielrennen te gaan volgen. Voor Bol was dat niet anders. “De Tour was de eerste race die ik ben gaan volgen op televisie. Daardoor raakte ik geïnteresseerd in de sport. Ik heb niet direct een herinnering aan een bepaalde Tour, want ik keek het al vanaf vrij jonge leeftijd. Later ben ik ook de Giro en Vuelta gaan volgen, maar door school was het moeilijk om alle etappes te zien. Het is niet dat ik op jonge leeftijd specifiek naar sprinters keek, want ik wist helemaal niet wat voor renner ikzelf was. Dat groeit langzaam mee met je eigen ontwikkeling als renner. Ik ben nooit groot fan geweest van een bepaald iemand, maar ik vond de battles tussen Boonen en Cancellara mooi om te zien. En in de sprint staken Cavendish en Kittel erbovenuit. Dat waren de renners waar ik met plezier naar keek.”
Squatrek
Hoewel nog lang niet zo dominant als Cavendish en Kittel toentertijd mag Bol zich tegenwoordig ook tot de sprintelite rekenen. Weliswaar staat hij nog een trede onder wereldtoppers als Dylan Groenewegen en Caleb Ewan, maar enkelen van de snelsten der aarde wist hij al te kloppen. In Nokere Koerse Pascal Ackermann, in de Tour of California Peter Sagan en in de Algarve Fabio Jakobsen. “Toen ik tekende bij Team Sunweb was het al de bedoeling dat ik dit pad zou inslaan. Ik heb geen idee of de ploeg had verwacht dat ik zulke grote stappen zou zetten. Ikzelf had genoeg vertrouwen dat ik op een lager niveau zou kunnen meedoen, maar dat het zo snel zou gaan had ik niet verwacht. De Tour van vorig jaar heeft eraan bijgedragen dat ik afgelopen winter weer een stap in mijn ontwikkeling heb kunnen zetten. Ondanks dat de Tour twee weken voor me duurde was het belangrijk. In 2018 bij SEG Racing was de langste etappekoers die ik reed zeven dagen. Maar het zit ‘m niet alleen in de Tour, hoor. Eigenlijk alle grote koersen die ik reed hebben me geholpen mijn motor te vergroten.”
Bols doorbraak op het hoogste niveau heeft ervoor gezorgd dat er binnen de wielerwereld met andere ogen naar hem gekeken wordt. Al vindt hij de stelling dat het zijn leven veranderd heeft veel te ver gaan. “Ik heb de Tour weliswaar gereden en beleef mijn doorbraak op het hoogste niveau, maar het is niet dat ik onwijs merk dat er veel veranderd is. Als ik train word ik iets vaker herkend, maar ook alleen als ik in mijn kleding van Team Sunweb rondrijd. Als ik door het centrum van Alkmaar wandel dan is er gelukkig niets aan de hand. Het is niet waarvoor ik profrenner ben geworden. Zo’n ontwikkeling gaat ook vrij langzaam. Een etappezege in de Tour zou er wel voor kunnen zorgen dat het hard gaat met mijn bekendheid, maar ik zal er niet door gaan zweven. Ik ben een nuchter iemand en dat helpt me om alles op een rijtje te houden. En anders houden mijn Noord-Hollandse trainingsmaten me wel met beide benen op de grond, haha.”
Ten opzichte van 2019 is Bol iets anders gaan trainen. Niet dat hij het roer heeft omgegooid, maar qua details verschilt er een en ander. “Je probeert continu bij te sturen en op zoek te blijven naar de ideale voorbereiding. Zeker voor de buitenwacht zijn dat details, maar als je midden in het wereldje zit kan het voelen als een grote verandering. Een voorbeeld? Ik probeer te experimenten met het creëren van een wedstrijdgevoel op training. Als je in je eentje in de polder naar een lantaarnpaal sprint dan voelt dat een beetje gaar. Het is lastig om op training even diep te gaan als in een koers. Je wil al half verzuurd zijn als je aan een sprint begint, want dat heb je tijdens een wedstrijd ook. Dat zijn trainingsvormen die je kunt blijven finetunen. Het is niet dat ik iets speciaals doe, maar ik probeer er bewust mee bezig te zijn.”
In de maanden dat de wereld platligt vanwege de coronacrisis kon Bol zijn trainingen optimaal blijven uitvoeren, ondanks dat de sportscholen gesloten waren. “Voor een sprinter is krachttraining hartstikke belangrijk. Gelukkig heb ik thuis mijn oefeningen kunnen uitvoeren. Stephan Bakker, een van mijn beste vrienden, zag de lockdown net iets eerder aankomen dan ik en bleef me pushen om spullen aan te schaffen. In eerste instantie dacht ik: moet dat nou? Het zal wel loslopen. Maar hij zegt vaker verstandige dingen en dus heb ik toch naar hem geluisterd. Ik heb een squatrek, halter en gewichten besteld en dat is met de kennis van nu een goede zet geweest. Mocht ik een Touretappe winnen dan krijgt Stephan een gedeelte van de credits. Ik zou liegen als ritwinst niet in mijn hoofd zit. De ploeg legt me weinig druk op, maar ik ga vol voor die etappe. Ik ben er heilig van overtuigd dat het dit jaar al mogelijk is om een Tourrit te winnen.”
Online onbeperkt lezen en Wieler Revue thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Cor Vos