Vergeten renner Jaan Kirsipuu: 'Het zijn die bergen he?'
Premium

Vergeten renner Jaan Kirsipuu: 'Het zijn die bergen he?'

De Galibier, Tourmalet, Ventoux, Alpe d’Huez… Monumenten in de Tourhistorie en klimmen om van te dromen, maar voor Jaan Kirsipuu een regelrechte nachtmerrie. Twaalf keer startte de Est in de Tour de France, maar uitrijden deed hij hem nooit. Kirsipuu was een donders goede renner, maar had één grote handicap: hij moest al lossen op een vluchtheuvel.

Twaalf keer starten en nooit uitrijden. Het is een record, want niemand startte zo vaak in de Tour zonder hem een enkele keer uit te rijden. Een enkele keer haalde hij de tijdslimiet niet, maar meestal hield Jaan Kirsipuu de eer aan zichzelf.

“Het zijn die bergen, hè!”, verzuchtte hij in 2002, toen Wieler Revue hem opzocht om te babbelen over zijn fiets. Kirsipuu koerste toen voor AG2R en reed op een aluminium karretje van Decathlon. Geen carbon frame, geen hoge wielen, geen aerodynamica. Andere tijden. “Die groene trui kan pas een doel zijn als je de Tour kunt uitrijden en ik heb het daar heel moeilijk mee”, vertelde Kirsipuu achttien jaar geleden. “Als ze die bergetappes allemaal in de eerste Tour-week zouden leggen, dan maakte ik nog wel een kans. Na tien dagen koersen word ik immers met de dag slechter en dan moeten ze mij echt niet over drie cols van buitencategorie sturen. Ik kan me dus beter concentreren op de klassiekers, dat werk valt ook te combineren met sprinten.” Het sprinten ging Kirsipuu een stuk beter af dan klimmen. Hij won vier keer een Touretappe, waarvan drie in de massasprint. In 2002 zat hij mee in de juiste ontsnapping en dat jaar won hij ook Kuurne-Brussel-Kuurne. Opmerkelijk genoeg deed hij dat solo. Ook staat er een Vuelta-etappe op zijn palmares.

In 2004 was Kirsipuu in de openingsrit van de Tour sneller dan Thor Hushovd.

'Heel wat merde onder dat laagje glitter'

Kirsipuu zijn wielercarrière begon aan de andere kant van het IJzeren Gordijn. Hij kwam uit een echt wielernest. Zijn vader trainer van de nationale ploeg en zijn oudere broer is ook kortstondig profrenner geweest. Het koersen werd hem dus met de paplepel ingegoten. Kleine Jaan bleek al snel talent te hebben, maar kreeg absoluut geen voorkeursbehandeling van zijn vader. “Thuis praatte mijn vader bijna nooit over wielrennen. Via mijn broer en zijn wielrennende vrienden kwam ik meer te weten over de sport dan via mijn pa”, vertelt Kirsipuu over die jaren. In 1988 reed hij voor het eerst een wedstrijd in het westen en in 1989 won hij een rit in de Ronde van Henegouwen. Het Franse Dijon Olympic Cyclisme, een amateurteam, zag wel wat in de jonge Est. Hij had zelf ook wel door dat hij naar West-Europa moest om een goede renner te worden. Trainingsstages naar Centraal-Azië werden ineens ingeruild voor een leven in Frankrijk. “Ik was niet overweldigd bij mijn aankomst, maar toch viel de netheid van de West-Europese landen me op”, vertelt Kirsipuu over de cultuurshock. “Nu weet ik dat onder het laagje glitter ook hier heel wat merde zit.”

Het Franse leven beviel de Estse sprinter blijkbaar wel, want hij reed bijna zijn gehele carrière voor Franse ploegen en won tweemaal de Coupe de France, het Franse klassement van eendagskoersen. In 1999 won hij voor het eerst een Touretappe en droeg hij ook zes dagen de gele trui. Hij vertelde na die etappezege dat hij in 2000 met groene ambities naar de Tour zou trekken, maar… “Het zijn die bergen, he!” Blijkbaar zitten er nooit veel bergen in de parkoersen van de Estse kampioenschappen, want de in Tartu geboren Kirsipuu werd vijfmaal nationaal kampioen op de weg en liefst negenmaal tegen de klok.

In 2006 stopte Kirsipuu als profrenner, maar hij bleef wel koersen. Als amateur welteverstaan. Die amateurstatus weerhield hem er niet van om nog een paar keer nationaal kampioen te worden. Drie jaar later ging hij weer voor een team koersen, het Luxemburgse Team Differdange. Kirsipuu werd een globetrotter, hij koerste die jaren in onder meer Taiwan, Australië, Kameroen, Japan en China. In 2011 en 2012 sloot hij zich aan bij het net zo bescheiden Champion Systems en bleef hij de wereld rondreizen. Zijn laatste overwinning? De Jurmala GP in 2011, een koers in Letland, waar hij de Griek Ioannis Tamouridis en de Let Andzs Flaksis achter zich wist te houden. Het zal ongetwijfeld op een vlak parcours geweest zijn, want Kirsipuu won met een paar seconden voorsprong op de rest. Uiteindelijk sluit hij zijn loopbaan af in Amerika (wat best opvallend is voor iemand die in de Sovjetunie geboren is) met een 66e plek in de Tour of Elk Grove.

Daarmee is Kirsipuu niet verdwenen uit de wielersport. Hij was al eens ploegleider bij Astana en tegenwoordig vervult hij die functie bij het continentale Tartu 2024 Baltic Chain Development Team.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Wieler Revue thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct