Je hebt je dit seizoen ontpopt als één van de beste klimmers van het peloton. Had je dat zelf verwacht?
“Voor aanvang van het seizoen zeker niet. Vorig jaar heb ik al grote stappen gemaakt maar ik had niet verwacht om ook dit jaar weer zoveel progressie te maken. Tijdens de coronapauze ben ik heel hard blijven trainen. Ik moet zeggen dat ik me best vermaakt heb in die periode. Ik hoefde me niet druk te maken over wedstrijden of reizen of wat dan ook. Je moet er het beste van maken en ik had geen moeite om gemotiveerd te blijven.”
Hoe kan het dat je geen motivatieproblemen krijgt als je steeds op de rollen moet rijden?
“Natuurlijk is het vervelend om gedurende twee maanden binnen te moeten blijven. Maar als je het vergelijkt met andere brandhaarden in de wereld viel het nog mee. Ik heb netjes mijn trainingen gedaan en heb niet teveel conditie verloren. Op het moment dat we weer naar buiten mochten om te trainen had ik nog meer motivatie dan ervoor. Voor mij is het nooit een straf om te trainen. Ik kon me er dus gemakkelijk mee verzoenen dat we even niet mochten koersen.”
Je bent drie jaar geleden naar Europa gekomen. Ben je al gewend aan het leven overzees?
“Zeker, dat ging heel snel. Ik heb het hier heel erg naar mijn zin en dat heeft ook te maken met het feit dat ik vorig jaar in de Vuelta mijn vriendin Noemi ontmoet heb, een Spaanse. Ze heeft ook een paar jaar gekoerst dus ze snapt waar ik mee bezig ben. We fietsen soms ook samen en het helpt me om me goed te voelen in Europa. Voor mij was het niet zo zwaar om Amerika vaarwel te zeggen."
"Ik houd van uitdagingen dus heb ik mijn nieuwe leven al snel omarmd. De grootste verandering is dat ik in 2018 plotseling voor een heel groot team ging rijden, terwijl ik fietsen voor die tijd zag als een hobby. Ik heb wielrennen nooit gezien als een mogelijk beroep. Maar als je eenmaal in de WorldTour zit, realiseer je je dat er veel meer op het spel staat dan alleen maar lol hebben op de fiets. Er wordt druk op je uitgeoefend om te presteren en dat is wel iets waar ik aan moest wennen in het begin. Ik moest professioneler worden in hoe ik met zaken als training en diëtiek om ging.”
Ben je een laidback guy?
“Ja, dat ben ik nog steeds. Ik zorg dat ik het harde werk doe wat hoort als een wielrenner. Maar ik kan me minder druk maken om de kleine details waar andere renners soms mee bezig zijn. Als ik gestresst ben of me druk maak om veel andere zaken. kan ik nooit goed presteren. Zolang ik blij ben en me comfortabel voel, kan ik het meeste uit mezelf halen.”
Meesterknecht voor Roglic en Dumoulin
Kuss startte dit jaar zowel de Tour als de Vuelta aan de zijde van Tom Dumoulin. De Tour reed Dumoulin uit. In de Vuelta stapte hij voortijdig af. “Tom is een heel open persoonlijkheid en gemakkelijk om mee te praten”, vertelt Kuss over zijn ploeggenoot. “Als hij iets voelt zegt hij dat gewoon en is hij niet bang voor de consequenties. Dat maakt hem heel menselijk. Dat was voor mij erg prettig omdat je van renners van dat kaliber verwacht dat ze altijd super serieus zijn en constant gefocust. Het is prettig om erachter te komen dat ze ook menselijke trekjes vertonen.”
Momenteel ben je nog een meesterknecht bij Jumbo-Visma. Maar als je progressie blijft boeken kun je ooit ook voor jezelf rijden. Ambieer je dat?
“Ik wil dat zeker ontdekken. Ik zal het eerst eens in een ronde van een week moeten laten zien voordat ik aan het kopmanschap mag denken in een grote ronde. De Vuelta is een goede koers voor mij. Momenteel moet ik zeggen dat ik liever voor ritzeges ga dan dat ik heel conservatief moet koersen in de bergen om m’n klassement veilig te stellen. Het is motiverend om eraan te denken, maar ik wil mijn sterke punten als renner blijven kunnen uitspelen.”
Hoe zou jij Primoz Roglic typeren?
“Dat is nou een renner die nooit druk voelt. Hij is zo geconcentreerd op de dingen die hij moet doen, dat hij zich niet druk maakt wat media van hem vinden of wat andere ploegen doen. Hij is heel relaxed en heeft vertrouwen in zichzelf. Daar heb ik veel respect voor. Daar trek ik me zelf aan op. Natuurlijk rust er druk op je schouders als je ploegmaten zich voor jou opofferen, maar meer dan je best kun je niet doen. Hij laat zich daardoor niet gek maken.”
Tot slot nog. Als je klimt zie je bij jou niet dat je afziet. Hoe kan dat?
“Ik hoor dat vaker. Ik kan je verzekeren dat ik als een beest afzie. Voordat ik kapot ga zie je er inderdaad niet veel vanaf bij mij, maar als ik instort zie je het wel hoor. Dat slinger ik over de weg met de tong uit m’n mond. Eigenlijk zie ik in de vlakke etappes veel meer af. Die waaierrit was voor mij verreweg de zwaarste rit van de Tour dit jaar. Ik kon nog net aanklampen in de eerste rit, maar het scheelde niet veel.”
Online onbeperkt lezen en Wieler Revue thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Cor Vos