Vergeten renner: Christophe Rinero
Premium

Vergeten renner: Christophe Rinero

Wanneer je de Tour de l’Avenir, de eigenlijke Tour de France voor beloften, ligt vaak een glorierijke wielertoekomst voor je in het verschiet. Zoetemelk, Lemond, Indurain, Bernal, Pogacar… Zij wonnen hem en wonnen later ook de ‘echte’ Tour.

Aan de andere kant er zijn ook ook Hervé Garel, Iker Flores of tweevoudig winnaar Sergej Soechoroetsjenkov. Wie heeft er ooit nog wat van hen gehoord? De Tour de l’Avenir winnen zegt veel over je potentie, maar dus lang niet alles!

We gaan het hebben over de winnaar van de Tour de l’Avenir van 1998: Christophe Rinero. Geboren op 29 december 1973 in Moissac, een dorpje in het zuiden van Frankrijk gelegen aan de Garonne. Een coureur met potentie blijkbaar, want in het jaar dat hij de Tour de l'Avenir won, werd hij vierde in de Tour de France. Dat kon toen nog wat makkelijker. De leeftijdsgrens om aan de Tour de l’Avenir mee te mogen doen lag nog wat hoger dan nu. Enfin, Rinero werd in 1997 prof bij Cofidis en was in z’n eerste jaar een degelijke prof, maar nog niet eentje die opviel.

Dat veranderde in 1998.

Rinero viel op in een meer dan opvallende Tour. Le Tour Dopage. De (tot dan toe) grootste beerput van de wielersport werd ergens op de Belgisch-Franse grens opengetrokken en de sport verloor in één klap haar geloofwaardigheid.

Willy Voet en de auto vol ampullen

Hoe zat het ook alweer? Willy Voet, een Belg in dienst van de Festina-ploeg, werd een paar dagen voor het Grand Depart in Dublin door de Franse douane aangehouden met een auto vol EPO-ampullen. Puur toeval dat ze juist hem staande hielden, maar een heksenjacht ontketende zich. Het werd er niet beter op nadat bekend werd dat in maart bij de TVM-ploeg ook een aanzienlijke hoeveelheid EPO-ampullen gevonden was. Festina hield het na de zesde etappe voor gezien. Banesto, ONCE, Riso Scotti, Kelme en Vitalicio Seguras volgen later. Rodolfo Massi, bijgenaamd de apotheker, stapt niet meer op omdat hij in de cel zit. Naast fietsen blijkt handelen in verboden middelen ook een talent van de Italiaan te zijn. Jeroen Blijlevens stapt net over de Zwitserse grens af en het peloton is het beu. De renners staken, boos om al het (in hun ogen) vermeende onrecht dat ze werd aangedaan. Dat bijna het voltallige peloton inderdaad aan de EPO zat laten we voor het gemak maar even buiten beschouwing...

Het was in deze chaos dat Christophe Rinero zijn ultieme moment van glorie kent. De tot dan toe nog onbekende Fransman muist stilletjes mee in alle wanorde en word knap zevende op Plateau de Beille en sluipt langzaam richting de top 10. Z’n grootste slag slaat hij Les Deux Alpes. In vreselijk hondenweer rijdt Marco Pantani alles en iedereen op een hoopje. Ullrich zakt er compleet doorheen, maar Rinero doet wat hij die zomer het beste doet: meesluipen. Hij rijdt zichzelf vakkundig de top-5 in en zal die Tour uiteindelijk als vierde eindigen. Omdat Massi niet meer verder kan, hij zit immers achter de tralies, krijgt Rinero een paar dagen ook nog eens de bolletjestrui omgehangen. Hij weet het kleinood veilig in Parijs te brengen en staat er toch maar mooi te pronken op de Champs-Elysées, naast Zabel en Pantani. Het ongemak spat van de foto. Rinero kijkt blij, zijn geweten is schoon (toch?). Maar Zabel en Pantani lijken toch een beetje bezorgd te kijken. Ze staan dan wel in het groen en respectievelijk geel, maar zijn hun truien voor de eeuwigheid?

Zabel, Pantani en Rinero voor de laatste Touretappe van 1998.

Turbobenzine

Inmiddels heeft de tijd antwoord gegeven op die vraag. Zabel en Pantani reden, zoals zovelen, met turbobenzine in de aderen rond. Opvallend genoeg is Rinero nooit positief bevonden. Ook niet bij een reeks retrospectieve testen, die in 2013 openbaar werden gemaakt. Van het podium Pantani, Ullrich en Julich, weten we dat ze gebruikten. Maakt dat Rinero dan de, op papier althans, rechtmatige winnaar van Le Tour Dopage? Ik denk dat we ons daar geen illusies over hoeven te maken. Wijlen Philippe Gaumont, oud-ploeggenoot van Rinero vertelt in zijn boek dat hij, maar ook Julich en Rinero voor de Tour van ’98 EPO en groeihormonen kregen opgestuurd van hun ploegarts. Dat is natuurlijk geen hard bewijs, maar gezien het feit dat Julich wél tegen de lamp liep en de tijdsgeest zijn genoeg natuurlijk redenen om vraagtekens te zetten.

Rinero trok zijn vorm in ieder geval door en reed in het najaar iedereen aan flarden in de Tour de l’Avenir. Hij won twee ritten en het eindklassement. Het begin van een glorieuze carrière? Nee, want anders had hij deze rubriek natuurlijk nooit gehaald. Rinero verdween langzaam in het moeras der anonimiteit. Hij verliet Cofidis en via ploegjes als MKB-Oktos en R.A.G.T- Semences MG Rover kwam hij terecht bij Saunier Duval. In 2006 werd Rinero nog eens vijfde in een Touretappe, gewonnen door Juan Miguel Mercado (ook iemand die niet zou misstaan in deze rubriek, maar dat geheel terzijde). Rinero mocht nog één keer opdraven in de Tour de France. Dat was in 2007, in een Tour vol schandalen (Rasmussen, Vinokourov) werd Rinero geheel onzichtbaar 77e. Hij plakte er nog een jaartje Agritubel aan vast, maar ook daarmee wist hij het tij niet te keren. Na een hoopgevend begin heeft Christophe Rinero zichzelf vakkundig de vergetelheid in weten te fietsen.

In 2007 in de Tour, in dienst van Saunier-Duval
Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Wieler Revue thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct