Jeroen Blijlevens

Jeroen Blijlevens: ‘De sprint in Parijs is de mooiste die er is!’  

Morgen komt er een einde aan de Tour de France, zoals altijd met een massasprint op de Champs-Élysées. Vanwege die voorspelbaarheid is het niet de populairste etappe bij veel liefhebbers, maar Jeroen Blijlevens legt uit waarom hij het juist fantastisch vindt in Parijs. We belden met hem en kwamen ook te spreken over Mathieu van der Poel, Cav en waarom hij zelf nooit heeft gewonnen in Parijs.

Jeroen! Jij vindt die laatste etappe vast niet overbodig…
“Nee! Het is de afsluiting van de Tour. Er zijn demarrages en het eindigt inderdaad altijd met een massasprint, maar vergis je niet: er wordt in de finale volle bak gekoerst. Dus nee, die etappe is zeker niet overbodig. Iedere renner vindt het mooi en voor een sprinter is het de mooiste sprint die er is.”

Wat maakt die sprint dan zo magisch?
“Iedere renner wil Parijs halen. Ik denk dat renners in andere grote rondes eerder afstappen, maar hier wil iedereen finishen. Het is de afsluiter van de grootste ronde, daar wil je bijzijn. Sprinters willen de bergen overleven, juist om nog een keer te kunnen sprinten in Parijs. En het is een mooie finale, het gaat héél hard.”

Het scheelt dat Van der Poel niet meedoet, het is me al een paar keer gebeurd dat ik de finale van een wedstrijd wilde zien, maar dat hij dan al was weggereden. Hoef ik nu niet bang voor te zijn.

Waarom heb je zelf nooit gewonnen in Parijs?
“Omdat ik niet goed genoeg was. Ik had het vaak lastig in de bergen en was de laatste dag dan ziek, zwak en misselijk. Ik was zó vermoeid na die drie weken. Daar hebben meer sprinters last van, daarom zie je ook vaak een verrassende winnaar in Parijs. Maar het is wel een teleurstelling dat het me nooit is gelukt.”

Wat heeft jou meer verbaasd, dat Mark Cavendish na al die jaren nog in staat was tot ritzeges, of dat Mathieu van der Poel ook bleek te kunnen tijdrijden en zes dagen in het geel reed?
“De ritzeges van Cavendish. Ik had hem al afgeschreven, iedereen eigenlijk en hij zichzelf waarschijnlijk ook. Hij heeft twee keer pfeiffer gehad, er zijn niet veel renners die dan nog terugkomen op hun oude niveau.”

En Cavendish is met zijn 36 jaar ook niet meer de jongste.
“Ook dat nog, ja. Als sprinters ouder worden verliezen ze meestal aan pure snelheid en ze worden ook voorzichtiger, zeker als ze kinderen krijgen. Hij niet. Ik moet wel zeggen dat zijn ploeg hem iedere keer geweldig afzet. Dat zag je goed bij zijn derde etappezege, Cavendish hoefde niet eens aan te zetten. Tien jaar geleden sprintte hij zelf bij iedereen weg, dat is niet meer zo. Maar dat zeg ik met alle respect, hoor. Het is ongelofelijk knap wat hij doet. En over Van der Poel: die verbaast mij niet meer. Nergens in, behalve als hij de Tour ooit nog wint.”

Van der Poel is opgegroeid in België, jij woont daar ook. Zijn de Belgen een beetje trots op Van der Poel of blijft het een Hollander?
“Als er ook maar íéts Belgisch in een renner zit, dan koesteren ze dat. Mathieu is hier geliefd, maar dat is hij overal, ook in Frankrijk. Het is gewoon een geweldige renner, ook in hoe hij zich profileert. Hij is altijd netjes en koerst er altijd voor, daar kun je gewoon niet tegen zijn.”

Jij zit zondag de hele etappe voor de buis?
“Ik kijk de laatste paar rondes. Het scheelt dat Van der Poel niet meedoet, het is me al een paar keer gebeurd dat ik de finale van een wedstrijd wilde zien, maar dat hij dan al was weggereden. Hoef ik nu niet bang voor te zijn.”

En het wordt nog maar een keer Cavendish?
“Ik moest nog even zien of hij op tijd zou binnenkomen bij die zware Pyreneeënritten van woensdag en donderdag, maar nu dat is gelukt gaat Cavendish ook zondag winnen.”