Cruijffiaanse voorjaarskannibaal Tadej Pogacar: 'Covid heeft me eigenlijk juist geholpen'

Tadej Pogacar stond gisteren net als vorig jaar met de gouden drietand in z'n handen op het podium van de Tirreno-Adriatico. Nu is die fraaie trofee al goud voor de Sloveen 'm in handen kreeg, maar alles wat Tadej Pogacar tot dusver aanraakt lijkt ook wel in goud te veranderen. De tweevoudig Tourwinnaar is in 2022 tot nu toe de sterkste versie van zichzelf, en die is oppermachtig.

Lees ook: Pogacar volgt zichzelf op als eindwinnaar Tirreno-Adriatico, Phil Bauhaus zegeviert in slotrit

In de Tirreno reed-ie in de zwaarste rit doodleuk een minuut weg bij de concurrentie, in de Strade Bianche was er een solo van 50 kilometer en de UAE Tour won hij met speels gemak.

Toch zou je denken dat hij niet de beste seizoensvoorbereiding kende. Pogacar kreeg immers te maken met een coronabesmetting. Voor de microfoons van Vlaamse tv-zenders Sporza en VTM vertelt hij er haast Cruijffiaans over.

"Covid heeft me eigenlijk juist geholpen. Vijf dagen weg van de fiets, lekker relaxen op de Sierra Nevada. Ik had wat mentale rust. De vorm is nu goed, maar ik weet dat het beter kan."

Pogacar trekt volgende week door naar Milaan-Sanremo. Geen parkoers dat direct op zijn lijf is geschreven. Maar in deze vorm? "Iedereen suggereert iets over die wedstrijd vanwege mijn recente vorm. Maar de realiteit is dat het een van de moeilijkste koersen is om te winnen. De race is supermooi, maar heel lastig om te winnen. Je moet het geluk aan je zijde hebben."